Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 20 april 2021
Het verloop van het geding
De beoordeling van het hoger beroep
Bestreden vonnis
€ 37.568,55 (= € 60.000,- - € 10.000,- - € 11.150,- - € 531,45,- - € 750,-) openstaat, hetgeen zij in deze procedure aan hoofdsom (a. € 24.000,- + € 13.568,55 =
€ 37.568,55) vordert.
De vordering van de man in appel
- Het bedrag aan geldlening dat de man nog verschuldigd is aan de vrouw bedraagt slechts € 23.704,88 en € 5.880,00 aan rente en vergoeding.
- De als productie 1 door de vrouw in de bodemprocedure in het geding gebrachte overeenkomst uit 2013 is achterhaald.
- De rechter heeft ten onrechte niet de cashbetalingen van de man aan de vrouw meegenomen.
- De rechtbank is er in haar vonnis ten onrechte vanuit gegaan dat over beide gevorderde bedragen een rente van 7% verschuldigd is.
Grief 1
Grieven 2 en 3
Grief 4
Grief 5
Grief 6
€ 10.000,00 - € 11.150,00 - € 531,45 - € 750,00) openstaat, hetgeen zij in deze procedure aan hoofdsom (a. €24.000,- + €13.568,55 = € 37.568,55) vordert.” De vrouw heeft in eerste aanleg ook nog gesteld dat terugbetaalde bedragen eerst in mindering op de kosten moeten worden gebracht en daarna pas in mindering worden gebracht op de hoofdsom. Naar het oordeel van het hof heeft de man in appel niet inzichtelijk gemaakt dat de hoofdsom van de leningen is gedaald beneden de € 24.000,- en € 13.568,55. De rechtbank heeft derhalve de rente over de juiste bedragen berekend en met de juiste ingangsdatum.
Grief 7
Grief 8
Algemene bewijsopdracht
Proceskosten
Beslissing
- € 760,- griffierecht,
- € 1.114,- salaris advocaat;