Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 6 april 2021
Het verloop van het geding
De beoordeling van het hoger beroep
Enige feiten
(€ 114.400,- na belasting).
Bestreden vonnis
De vordering van [Dochter een] in hoger beroep
- i) van de Zwitserse bankrekening [volgt nummer] ten name van mevrouw [naam moeder] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012 ) tot aan het moment van sluiten.
- ii) van de Franse bankrekening [volgt nummer] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012) tot 3 maart 2017;
- iii) van de ING-profijtrekening [volgt nummer] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012 ) tot 3 maart 2017;
- iv) van de ING-profijtrekening [volgt nummer] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012) tot 3 maart 2017;
- v) van de ING-betaalrekening [volgt nummer] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012 ) tot 3 maart 2017;
- vi) van de ‘spookrekeningen’ met de nummers die eindigden op [volgt nummer] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012 ) tot 3 maart 2017;
- vii) de koopovereenkomst met betrekking tot het huis van de erflaters te [naam] , waaruit de opbrengst van het huis blijkt.
De vordering van [Dochter twee] in incidenteel appel
- I) [Dochter een] , appellante in het principaal appel, tevens geïntimeerde in incidenteel appel, te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [Dochter twee] , geïntimeerde in principaal appel, tevens appellante in incidenteel appel, te betalen een bedrag ad € 9.833,50, als zijnde het door [Dochter twee] aan [Dochter een] betaalde op grond van het bestreden vonnis vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der betaling, 27 maart 2019, tot aan de dag der algehele voldoening;
- II)
- III) En – onder afwijzing van de door [Dochter een] ingestelde grieven met uitzondering van grief IV - ,met inachtneming van de door [Dochter twee] opgeworpen grieven het vonnis d.d. 13 februari 2019 van de rechtbank Den Haag, voor het overige te bekrachtigen.
allebescheiden die hij voor de berekening van zijn legitieme portie behoeft; zij verstrekken hem desverlangd
alledaartoe strekkende inlichtingen. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat het een ruim omschreven begrip betreft. Gezien de feitelijke gang van zaken rond het verloop van het vermogen van moeder en de betrokkenheid van [Dochter twee] daarbij is de informatiewens van [Dochter een] begrijpelijk:
- Onroerend goed is door moeder aan [Dochter twee] - in de laatste jaren van haar leven - verkocht. De koopsom is [Dochter twee] schuldig gebleven en over de geldlening was zij geen rente verschuldigd. [Dochter een] is niet door moeder en/of [Dochter twee] vooraf op de hoogte gesteld van de transactie.
- [Dochter twee] heeft een bedrag van € 60.000,- geleend van haar moeder, de rente werd betaald door [naam] BV.
- Op papier zijn er schenkingen gedaan door moeder aan [Dochter twee] voor aanzienlijke bedragen. Door deze constructie werd het vermogen van moeder negatief beïnvloed, tevens moest moeder 6% rente gaan betalen aan [Dochter twee] over vele honderdduizenden euro`s. Ook deze transactie is in het voordeel van [Dochter twee] .
- [Dochter een] was na overlijden van moeder niet geïnformeerd over de Zwitserse bankrekening en het gebruik dat moeder maakte van de inkeerregeling.
- i) van de Zwitserse bankrekening [volgt nummer] ten name van mevrouw [naam moeder] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012 ) tot aan het moment van sluiten.
- ii) van de Franse bankrekening [volgt nummer] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012) tot 3 maart 2017;
- iii) van de ING-profijtrekening [volgt nummer] alle rekening gegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012 ) tot 3 maart 2017;
- iv) van de ING-profijtrekening [volgt nummer] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012) tot 3 maart 2017;
- v) van de ING-betaalrekening [volgt nummer] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012 ) tot 3 maart 2017;
- vi) van de ‘spookrekeningen’ met de nummers die eindigden op [volgt nummer] alle rekeninggegevens vanaf de dag van overlijden van vader (11 december 2012 ) tot 3 maart 2017;
- vii) de koopovereenkomst met betrekking tot het huis van de erflaters te [naam] , waaruit de opbrengst van het huis blijkt.
Berekening legitimaire massa
€ 241.000, -
€ 260.000, -
€ 37.260,- en rente 6% over de gift (€ 910.000,- - € 621.000,- ) =
€ 54.600,-
€ 621.000,- = € 289.000, -. Als het bedrag van € 289.000, - als een gift dient te worden aangemerkt, dan wordt dit bedrag betrokken bij de berekening van de legitieme.
Hoogte vordering vaderlijk erfdeel tevens bespreking grief 1 incidenteel appel
Rente € 3.834,17. Grief 2 incidenteel appel
Zaakwaarneming Grief 3 incidenteel appel
Grief 4 schenkingen aan de dochters van [Dochter twee]
Grief 6 en grief 7 van het incidenteel appel
Regievoering door het hof
mr. [naam] als informant bij de comparitie aanwezig is.