3.2.De volgende feiten zijn van belang voor de beoordeling van het geschil.
( i) STAK is houdster van ongeveer 30% van de aandelen van Gasservice. Deze aandelen zijn gecertificeerd. Eneco is sinds 8 september 2008 houdster van deze certificaten. Zij heeft de certificaten verkregen van N.V. Stedin Netten Midden-Kennemerland (hierna: Stedin Netten). Eneco en Stedin Netten waren op dat moment dochterondernemingen van N.V. Eneco Beheer. De belangrijkste reden voor deze transactie was dat op grond van de Wet Onafhankelijk Netbeheer de gereguleerde netbeheeractiviteiten moesten worden gescheiden van activiteiten op het gebied van productie, levering of handel van energie. Stedin Netten moest worden geschoond van alle activa en passiva die niet tot de netbeheerderstaken behoorden, wat meebracht dat zij haar Eneco-certificaten niet langer kon behouden.
( ii) Eneco heeft de voorgenomen transactie aan Gasservice voorgelegd. De statuten van Gasservice bepaalden in 2008 namelijk het volgende:
“Artikel 4 Maatschappelijk kapitaal (…)
3. Aandeelhouders kunnen slechts zijn (rechts)personen die ten doel hebben en actief werkzaam zijn op het gebied van het verrichten van installatiewerkzaamheden alsmede openbare nutsbedrijven. Waar in deze statuten wordt gesproken van (openbare) nutsbedrijven dient, zulks in verband met mogelijke privatisering van de openbare nutsbedrijven, daaronder te worden verstaan:
“bedrijven die zich hoofdzakelijk bezighouden met de fysieke distributie van gas en/of elektra.””
“Artikel 10. B. Maximaal aandelenbezit (…)
1. Niemand kan, direct of indirect, houder zijn van meer dan dertien procent (13%) van het geplaatste kapitaal.
(…)
Echter indien openbare nutsbedrijven aandeelhouder zullen zijn of worden, zal door hen gezamenlijk maximaal drieëndertig procent (33%) van het geplaatste kapitaal gehouden of verkregen mogen worden.
2. Het bepaalde in het vorige lid lijdt uitzondering voor aandeelhouders aan wie bij wijze van dispensatie door de directie onder goedkeuring van de raad van commissarissen een hogere grens wordt toegestaan. ”
( iii) Aanvankelijk had Gasservice bezwaar tegen de overdracht aan Eneco (op dat moment nog Eneco Holding Commercieel B.V. geheten). In een brief van 25 juni 2008 schrijft de advocaat van Gasservice daarover:
“Cliënte is van oordeel dat nog steeds niet wordt voldaan aan de statutaire vereisten. In haar ogen is een overdracht naar Eneco Holding Commercieel BV te beschouwen als een overdracht aan een installateur, althans die positie wordt alsdan bekleed. Dit zou inhouden dat het kapitaalbelang zou worden beperkt tot 13%, hetgeen uiteraard niet de bedoeling is van uw cliënte.
Anderzijds wil mijn cliënte slechts instemming geven wanneer uw cliënte louter een distributeur is van energie (nutsbedrijf). Cliënte hecht daaraan vanwege de navolgende overwegingen.
In het verleden, bij de oprichting van de vennootschap van de rechtsvoorgangster van de vennootschap van cliënte, bestonden er bij de nutsbedrijven geen commerciële activiteiten als zodanig. Nadat de nutsbedrijven (deels) zijn geprivatiseerd kwam er wel plaats voor commerciële activiteiten anders dan de distributie van energie. Een belangrijke taak voor de nutsbedrijven was uiteraard de zorg voor de veiligheid bij de afnemers van energie. Onder andere het Gasbedrijf Beverwijk zag mogelijkheden om de uitvoering van het toezicht op de veiligheid waar mogelijk te laten uitvoeren door cliënte. Daarmede was zij verzekerd van goed onderhoud en voor cliënte leverde het werk op. Vorenstaande is de belangrijkste reden geweest om nutsbedrijven toe te laten om deel te nemen in het kapitaal van de vennootschap.
Uit vorenstaande blijkt wel dat het cliënte het er alles aan gelegen was om tezamen met de nutsbedrijven de activiteiten verder te kunnen uitbouwen waarbij ieders belang tot uitdrukking kwam. Die samenwerking heeft echter na de fusie met Eneco nimmer gestalte gekregen vanwege het nogal wisselend beleid binnen de groep van uw cliënte waarbij uw cliënte zich steeds meer ontpopte als concurrent.
Vorenstaande maakt cliënte niet willig om uw cliënte als formeel concurrent een belang van 33% in het aandelenkapitaal van mijn cliënte te laten hebben. Cliënte houdt dan ook vast aan haar standpunt dat de vennootschap waaraan de aandelen/certificaten zullen worden overgedragen voldoet aan de statutaire vereisten. Deze gelden immers als waarborg jegens de installateurs/aandeelhouders van cliënte.
Cliënte realiseert zich de lastige positie waarin uw cliënte is komen te verkeren als gevolg van de gewijzigde wetgeving en wil uw cliënte tegemoet komen door het navolgende voorstel te doen:
De tweemaal 78 aandelen welke in het kapitaal worden gehouden door KEAD respectievelijk Amstelland worden door uw cliënte overgedragen middels inkoop door cliënte tegen de waardebepaling welke is toegepast bij eerdere verkrijgingen door cliënte, conform het besluit van de aandeelhoudersvergadering genomen in de AVA in 2000.
Daarentegen zal cliënte zich niet verzetten tegen overdracht van de certificaten, 3074 in getal, aan Eneco Holding Commercieel en haar medewerking daaraan verlenen.”
( iv) De gecombineerde vergadering van Directie en Raad van Commissarissen van Gasservice is vervolgens op 25 juni 2008 op de in de hiervoor geciteerde voorwaarden akkoord gegaan met de overdracht van de certificaten door Netten Stedin aan Eneco. Kort daarop heeft Netten Stedin de certificaten aan Eneco overgedragen.
( v) Op 31 januari 2017 heeft er, als uitvloeisel van de Wet Onafhankelijk Netbeheer, een juridische splitsing plaatsgevonden binnen de Eneco-groep. Als gevolg daarvan behoren Netten Stedin en Eneco niet langer tot hetzelfde concern.