Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij in of omstreeks 12 oktober 2015 tot en met 31 april 2018 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen geld, voor een bedrag van ongeveer EUR 60.000, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen geld onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van een of meerdere valse sleutels, namelijk door geldbedragen op te nemen en/of bedragen af te rekenen met een pinpas voor welke (contante geld) opnames en/of betalingen hij geen toestemming had van [slachtoffer];
hij in of omstreeks de periode van 12 oktober 2015 tot en met 31 april 2018 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en welk goed verdachte en/of zijn mededaders anders dan door misdrijf onder zich hadden, te weten op basis van een overeenkomst van een renteloze geldlening van EUR 20.000 totaal, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
of omstreeksde periode van 12 oktober 2015 tot en met 30 april 2018
te 's-Gravenhage, althansin Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
althans alleen,een geldbedrag van
ongeveerEUR 60.000,=,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorend aan [slachtoffer] ,
althans toebehorend aan een ander dan hemzelf en/of zijn mededader,en welk geldbedrag hij en
/ofzijn mededader anders dan door misdrijf onder zich had
(den
), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
medeplegen van verduistering.
BESLISSING
1 primair en 2tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
onder 1 subsidiairtenlastegelegde heeft begaan.
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
een bedrag te betalen van € 60.000,00 (zestigduizend euro)als vergoeding voor materiële schade.
gijzeling op ten hoogste 318 (driehonderdachttien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.