Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
;
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een adoptieverzoek van de wensmoeder voor twee minderjarige kinderen uit Mozambique. De wensmoeder had in eerste aanleg een verzoek tot adoptie ingediend, maar dit was afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de wensmoeder de kinderen sinds hun geboorte heeft verzorgd en opgevoed, en dat zij hen in Mozambique heeft opgenomen in haar gezin. De wensmoeder heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat niet voldaan was aan de voorwaarden voor interlandelijke adoptie. Het hof heeft artikel 14 lid 1 van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka) toegepast, wat inhoudt dat de bepalingen van de Wobka buiten toepassing blijven indien het buitenlandse kind door de aspirant-adoptiefouder gedurende ten minste een jaar is verzorgd en opgevoed in het buitenland. Het hof heeft geoordeeld dat de wensmoeder aan deze voorwaarden voldeed en dat de adoptie in het belang van de kinderen was. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de adoptie van de kinderen door de wensmoeder uitgesproken. Tevens zijn de geboortegegevens en namen van de kinderen vastgesteld en gewijzigd, zodat zij de geslachtsnaam van de wensmoeder zullen dragen.