Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
reachstackerop het haventerrein van [bedrijf] te Rotterdam tijdens het achteruitrijden niet heeft opgemerkt dat [slachtoffer] (hierna: het slachtoffer) achter hem als stratenmaker aan het werk was, waarna het in de tenlastelegging beschreven ongeval heeft plaatsgevonden, als gevolg waarvan het slachtoffer aanzienlijk letsel heeft opgelopen.
Bij de beoordeling is leidend hetgeen in de tenlastelegging is vermeld als zijnde de verwijtbare gedragingen van de verdachte.
reachstacker,op het slachtoffer, die zich ten tijde van het ongeval in de (slag)schaduw bevond en geen reflecterende kleding droeg, zodanig heeft belemmerd, dat de verdachte daardoor het slachtoffer niet heeft opgemerkt. Tevens neemt het hof in aanmerking dat ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de verdachte, gelet op de geldende afspraken op het betreffende haventerrein, de door de verdachte verkregen informatie over de bestratingswerkzaamheden en het ontbreken van een gebruikelijke markering van de plaats waar het slachtoffer als stratenmaker aan het werk was, niet bedacht was – en naar het oordeel van het hof ook niet hoefde te zijn - op de mogelijke aanwezigheid van een stratenmaker op de plaats van het ongeval.