[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedatum],
adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1. en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met aftrek van voorarrest. Tevens is het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Daarnaast is een beslissing gegeven omtrent de vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 09-530151-07, zoals in het vonnis nader omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit gerechtshof heeft de verdachte bij arrest van 22 juli 2019 (onder rolnummer 22-002257-18) ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 75 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, alsmede tot een geldboete van
€ 1.500,00, subsidiair 25 dagen hechtenis. Daarnaast is een beslissing gegeven omtrent de vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 09-530151-07, zoals in het arrest nader omschreven.
Namens de verdachte is tegen dit arrest beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad der Nederland heeft bij arrest van 1 december 2020 voornoemde uitspraak van het hof vernietigd en de zaak naar dit gerechtshof teruggewezen, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1.
hij op verschillende momenten in of omstreeks de periode van 2 november 2016 tot en met 16 november 2016 te Leiden en/of Rotterdam, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse of vervalste beschikking van de rechtbank Den Haag (d.d. 2 november 2016) en/of opzettelijk een valse of vervalste beschikking van de rechtbank Den Haag (d.d. 2 november 2016) heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad
- zijnde (voornoemde (valse of vervalste) beschikking) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift (telkens) echt en onvervalst en/of terwijl hij wist, dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het (telkens) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken en/of afleveren hierin dat verdachte (telkens) genoemde (valse of vervalste) beschikking van de rechtbank Den Haag heeft toegezonden/gemaild aan (een of meerdere medewerker(s) van) [notariskantoor] en/of heeft (af)gegeven/overhandigd aan [medewerker] (van de ING bank),
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat:
- één of meerdere oorspronkelijke passages (waaronder rechtsoverweging 3.9 en/of één of meerdere passages in het dictum, te weten onder andere het gedachtestreepje "- benoemt [kantoor] voornoemd met ingang van 1 januari 2017 als bewindvoerder over de goederen die zullen toehoren aan [rekeninghouder] voornoemd") zijn verwijderd, en/of
- de oorspronkelijke rechtsoverweging 3.8 (te weten: "Het verzoek van [rekeninghouder] tot opheffing van de onderbewindstelling wijst de kantonrechter af gelet op de eindconclusie van [naam]. [naam] acht het wenselijk de bewindvoering door te zetten. Het verzoek van [rekeninghouder] tot opheffing van het bewind wordt dus afgewezen. Het verzoek van [rekeninghouder] tot ontslag van [bewindervoerder] als bewindvoerder wijst de kantonrechter toe. Voldoende is gebleken dat de relatie tussen [rekeninghouder] en [bewindervoerder] onherstelbaar verstoord is geraakt door wederzijds wantrouwen. Gelet hierop zal de kantonrechter een nieuwe bewindvoerder benoemen.") is gewijzigd in: "Het verzoek van [rekeninghouder] tot ontslag van [bewindervoerder] als bewindvoerder wijst de kantonrechter toe.", (in ieder geval de beschikking dusdanig is aangepast) waardoor het leek alsof er geen bewindvoerder meer was over de goederen van [rekeninghouder];
2.
hij in of omstreeks de periode van 2 november 2016 tot en met 16 november 2016 te Leiden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, ING heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten het opheffen van de bewindvoering(status) op één of meerdere rekeningen van [rekeninghouder] en/of het verrichten van één of meerdere betalingen/overboekingen, door een valse/vervalste beschikking van de rechtbank Den Haag (d.d. 2 november 2016) aan (een medewerker van) ING te overleggen/geven en/of door (in strijd met de waarheid) tegen een medewerker van ING (te weten [medewerker]) te zeggen dat de rechtbank had bepaald dat de bewindvoering over de goederen van [rekeninghouder] was opgeheven.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde, rekening houdend met het tijdsverloop, zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
op verschillende momentenin of omstreeks de periode van 2 november 2016 tot en met 16 november 2016 te Leiden en
/ofRotterdam, althans in Nederland,
(telkens)opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een
valse ofvervalste beschikking van de rechtbank Den Haag (d.d. 2 november 2016) en
/ofopzettelijk een
valse ofvervalste beschikking van de rechtbank Den Haag (d.d. 2 november 2016) heeft afgeleverd en
/ofvoorhanden heeft gehad
- zijnde (voornoemde (
valse ofvervalste) beschikking) een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift
(telkens)echt en onvervalst en
/ofterwijl hij wist,
dan wel redelijkerwijs had moeten vermoedendat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het
(telkens)echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken en
/ofafleveren hierin dat verdachte
(telkens)genoemde
(valse ofvervalste
)beschikking van de rechtbank Den Haag heeft toegezonden/gemaild aan (
een of meerdere medewerker(s) van)[notariskantoor] en
/ofheeft
(af)gegeven/overhandigd aan [medewerker] (van de ING bank),
en bestaande die
valsheid ofvervalsing hierin dat:
- één of meerdere oorspronkelijke passages (waaronder rechtsoverweging 3.9 en
/oféén of meerdere passages in het dictum, te weten onder andere het gedachtestreepje
"- benoemt [kantoor] voornoemd met ingang van 1 januari 2017 als bewindvoerder over de goederen die zullen toehoren aan [rekeninghouder] voornoemd") zijn verwijderd, en
/of
- de oorspronkelijke rechtsoverweging 3.8 (te weten: "Het verzoek van [rekeninghouder] tot opheffing van de onderbewindstelling wijst de kantonrechter af gelet op de eindconclusie van [naam]. [naam] acht het wenselijk de bewindvoering door te zetten. Het verzoek van [rekeninghouder] tot opheffing van het bewind wordt dus afgewezen. Het verzoek van [rekeninghouder] tot ontslag van [bewindervoerder] als bewindvoerder wijst de kantonrechter toe. Voldoende is gebleken dat de relatie tussen [rekeninghouder] en [bewindervoerder] onherstelbaar verstoord is geraakt door wederzijds wantrouwen. Gelet hierop zal de kantonrechter een nieuwe bewindvoerder benoemen.") is gewijzigd in: "Het verzoek van [rekeninghouder] tot ontslag van [bewindervoerder] als bewindvoerder wijst de kantonrechter toe.",
(in ieder geval de beschikking dusdanig is aangepast
)waardoor het leek alsof er geen bewindvoerder meer was over de goederen van [rekeninghouder];
2.
hij in
of omstreeksde periode van 2 november 2016 tot en met 16 november 2016 te Leiden, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,met het oogmerk om zich
en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,ING heeft bewogen tot het verlenen van een dienst, te weten het opheffen van de bewindvoering
(status
)op
één of meerdererekeningen van [rekeninghouder]
en/of het verrichten van één of meerdere betalingen/overboekingen, door een
valse/vervalste beschikking van de rechtbank Den Haag (d.d. 2 november 2016) aan
(een medewerker van
)ING te overleggen
/gevenen
/ofdoor
(in strijd met de waarheid
)tegen een medewerker van ING (te weten [medewerker]) te zeggen dat de rechtbank had bepaald dat de bewindvoering over de goederen van [rekeninghouder] was opgeheven.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging met betrekking tot het onder 2 bewezenverklaarde
Voor zover de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep heeft bedoeld te betogen dat het bewijs voor het tenlastegelegde oogmerk van wederrechtelijk bevoordeling ontbreekt, overweegt het hof dat uit de bewijsmiddelen volgt dat het vervalste geschrift door de verdachte is overgelegd aan een medewerker van de ING bank om de bewindvoeringstatus op rekeningen van [rekeninghouder] op te heffen, waardoor in elk geval de rekeninghouder, [rekeninghouder], zou worden bevoordeeld. De verdachte wist op het moment dat hij het document aan de medewerkster van de ING overlegde dat dit een vervalste beschikking van de rechter betrof. Uit deze omstandigheden volgt naar het oordeel van het hof dat de verdachte wel degelijk het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling had.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op: