Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest in het incident van 19 mei 2020
1. [appellant],
2. [appellante],
Het geding
Daarbij is verzocht om behandeling van het hoger beroep met verkorte termijnen als bedoeld in paragraaf 9.1 van het Landelijk procesreglement. Dat verzoek is afgewezen.
In de appeldagvaarding, tevens houdende memorie van grieven, heeft [appellant] c.s. vier grieven aangevoerd en een incidentele vordering ex artikel 351 Rechtsvordering ingesteld.
Bij memorie van antwoord tevens houdende memorie van antwoord in het incident heeft de Belastingdienst verweer gevoerd in het incident en de grieven (in de hoofdzaak) bestreden.
Vervolgens hebben partijen de stukken overgelegd en is arrest in het incident gevraagd.
Beoordeling van de incidentele vordering
In het bestreden vonnis, dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, is [appellant] c.s. veroordeeld om op last van een dwangsom de gevraagde gegevens en inlichtingen aan de Belastingdienst te verstrekken.
De Belastingdienst heeft het bestreden vonnis aan [appellant] c.s. betekend.
Hiervoor is met name redengevend dat de Belastingdienst per brief d.d. 18 maart 2020 aan het hof te kennen heeft gegeven niet te zullen overgaan tot het innen van de (eventueel) verbeurde dwangsommen, totdat in hoger beroep in kort geding is beslist.
Hiermee wordt voor nu tegemoet gekomen aan de (gestelde) bezwaren van [appellant] c.s. dat hij (i) niet aan het dictum van het bestreden vonnis kan voldoen (deze kwestie zal worden beoordeeld op het moment dat op het hoger beroep wordt beslist), (ii) door de betaling van dwangsommen geen financiële slagkracht meer heeft om (door) te procederen. Dat, zoals [appellant] c.s. verder stelt, (iii) het overleggen van gegevens en het geven van inlichtingen niet ongedaan gemaakt kan worden, vormt niet een belang dat groter is dan het hiervoor genoemde belang van de Belastingdienst.
Ten slotte is, anders dan [appellant] c.s. stelt, van een kennelijke misslag in het bestreden vonnis geen sprake.
Beslissing
- wijst het gevorderde af;
- veroordeelt [appellant] c.s. in de kosten van het incident, aan de zijde van de Belastingdienst vastgesteld op € 1.074 voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief;
- bepaalt dat in de hoofdzaak wordt voort geprocedeerd in de stand waarin deze zich bevindt;
- houdt verder iedere beslissing aan.