ECLI:NL:GHDHA:2020:850
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging faillissement ICE Beheer B.V. wegens gebrek aan pluraliteit van schuldeisers
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de faillietverklaring van ICE Beheer B.V. (hierna: ICE), die op 14 januari 2020 door de rechtbank Rotterdam was uitgesproken. ICE was in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. R. Cats als rechter-commissaris en mr. M.M. Dellebeke als curator. ICE heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzocht om het vonnis te vernietigen. De kern van de zaak draait om de vraag of er sprake is van een pluraliteit van schuldeisers, wat een vereiste is voor een faillietverklaring.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 februari 2020 heeft de bestuurder van ICE, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. ICE betwistte dat zij in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen, en voerde aan dat de vordering van de Belastingdienst, die door Walinco als steunvordering was ingediend, inmiddels was voldaan. De curator bevestigde dat de vordering van de Belastingdienst was voldaan en dat er geen andere schuldeisers onbetaald waren gebleven, behalve Walinco.
Het hof oordeelde dat niet summierlijk was gebleken van het bestaan van een pluraliteit van schuldeisers, aangezien ICE alleen de vordering van Walinco onbetaald liet. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank Rotterdam en wees het verzoek tot faillietverklaring van ICE af. Tevens werd ICE veroordeeld in de proceskosten, en het hof stelde de faillissementskosten vast op € 7.135,02, inclusief BTW. De uitspraak benadrukt het belang van het pluraliteitsvereiste in faillissementszaken.