In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 26 maart 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, die eerder al voor diefstallen was veroordeeld, werd beschuldigd van diefstal van meerdere dozen lego uit een speelgoedwinkel, Intertoys, op 4 april 2019 te Zoetermeer. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, met aftrek van voorarrest, en had daarnaast een taakstraf van 56 uren opgelegd. Tevens werd de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf verlengd.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 12 maart 2020 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die vroeg om bevestiging van het vonnis, met uitzondering van de beslissing omtrent de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de voorwaarden van de proeftijd niet had nageleefd, wat leidde tot de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde straf.
Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de diefstal en heeft de eerdere veroordelingen in aanmerking genomen. De strafmotivering was gebaseerd op de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Uiteindelijk heeft het hof de gevangenisstraf bevestigd, maar in plaats van de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf, werd een taakstraf van 56 uren opgelegd. De proeftijd van de eerdere veroordeling werd met een jaar verlengd. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de verdachte werd vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten.