Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.228.929/01
Zaaknummer rechtbank : C/09/514623 / HA ZA 16-832
beslissing van 3 maart 2020
inzake
Stichting Platform Aandelenlease,
gevestigd te Nieuwegein,
appellante,
hierna te noemen: PAL,
advocaat: mr. J.B. Maliepaard te Rotterdam,
tegen
Aegon Bank N.V.,
gevestigd te Den Haag,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Aegon,
advocaat: mr. B.W.G. van der Velden te Amsterdam.
Het hof heeft op 4 februari 2020 in bovengenoemde zaak arrest gewezen.
Het hof heeft kennis genomen van het verzoek van Aegon, bij brief van 4 februari 2020, om twee kennelijke fouten te verbeteren. Daartoe wordt het volgende aangevoerd:
- In rechtsoverweging 44 staat opgenomen:
“PAL heeft niet in strijd gehandeld met het bepaalde in artikel 33 lid 1 sub c NR1999 of artikel 27 lid 1 sub b NR1995”.Hier wordt kennelijk Aegon bedoeld, in plaats van PAL;
“PAL heeft niet in strijd gehandeld met het bepaalde in artikel 33 lid 1 sub c NR1999 of artikel 27 lid 1 sub b NR1995”.Hier wordt kennelijk Aegon bedoeld, in plaats van PAL;
- Op de eerste pagina staat voorafgaand aan het kopje feiten de naam van mijn kantoorgenoot Sweerts verkeerd vermeld. Zijn naam is niet T.W. Sweerst maar T.M. Sweerts.
PAL is in de gelegenheid gesteld op dit verzoek te reageren. Bij brief van 10 februari 2020 heeft zij aangegeven geen bezwaar te hebben tegen inwilliging van het verzoek.
Het hof zal het verzoek toewijzen. Daartoe overweegt het hof dat de door Aegon genoemde kennelijke fouten zich lenen voor verbetering op de voet van artikel 31 Rv.
Beslissing
Het Hof:
verbetert het arrest als volgt:
- in rechtsoverweging 44 dient in de door Aegon geciteerde zin voor PAL Aegon te worden gelezen;
- de tweede voorletter van mr Sweerts is M (en niet W) en zijn naam luidt Sweerts (en niet Sweerst).
Deze verbetering wordt aangebracht op de minuut en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2020.
Voor het overige blijft het arrest, ook wat betreft de datum van uitspraak, geheel in stand.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.J.M.E. Arpeau, C.A. Joustra en A.J. Swelheim.