ECLI:NL:GHDHA:2020:383
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor verhuizing van minderjarigen naar nieuwe woonplaats van de moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 26 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzoeken van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor een verhuizing met haar minderjarige kinderen naar de woonplaats van haar nieuwe partner. De moeder, die in een onveilige buurt woont, heeft aangegeven dat de verhuizing noodzakelijk is voor haar en de kinderen, omdat zij samen met haar partner een stabiele en veilige woonomgeving wil creëren. De vader van de kinderen heeft zich verzet tegen de verhuizing, omdat hij vreest dat dit negatieve gevolgen zal hebben voor de kinderen en hun welzijn. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig afgewogen, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de huidige situatie onhoudbaar is en dat de verhuizing naar de nieuwe woonplaats in het belang van de kinderen is. De zorgregeling tussen de vader en de kinderen zal slechts gering wijzigen, en de moeder heeft aangeboden om de kinderen te halen en te brengen. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd en de moeder toestemming verleend om met de kinderen te verhuizen. Tevens is de zorgregeling vastgesteld zoals door de moeder is verzocht, en is het verzoek van de moeder voor vervangende toestemming voor hulpverlening afgewezen, omdat de vader inmiddels toestemming heeft gegeven voor de beoogde hulpverlening.