ECLI:NL:GHDHA:2020:382
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling en statusvoorlichting in geschil tussen biologische vader en erkende vader van minderjarige
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, gaat het om een hoger beroep betreffende de omgangsregeling van een minderjarige. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, is het niet eens met de beslissing van de rechtbank om een omgangsregeling tussen de minderjarige en de geïntimeerde vast te stellen. De vrouw heeft een gewelddadige relatie gehad met de geïntimeerde, die veroordeeld is voor mishandeling. De vrouw vreest voor haar leven en dat van haar kinderen, en heeft psychologische hulp gezocht. De minderjarige, die een hechte band heeft met de belanghebbende, is door de vrouw erkend als zijn vader. Het hof heeft eerder DNA-onderzoek gelast om de biologische vader vast te stellen. De vrouw en de belanghebbende hebben een affectieve relatie gehad en de belanghebbende heeft de minderjarige erkend. Het hof heeft besloten dat er een raadsonderzoek moet plaatsvinden om de veiligheid van de minderjarige te waarborgen en om te onderzoeken of omgang tussen de geïntimeerde en de minderjarige in het belang van de minderjarige is. De behandeling van de zaak is aangehouden tot het rapport van de raad is ontvangen.