Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- het procesdossier van de eerste aanleg
- het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 25 juli 2018
- de dagvaarding in hoger beroep van 24 oktober 2018, met daarin de tegen het vonnis gerichte grieven.
2.Beoordeling
- [appellant] erkent dat zij de waarborgsom nog dient te voldoen, maar heeft aangevoerd dat zij nog niet in verzuim verkeert omdat partijen zijn overeengekomen dat de waarborgsom pas zes maanden na het eindigen van de huurovereenkomst moet worden terugbetaald. Wijnplaza heeft dat betwist en stelt dat partijen zijn overeengekomen dat de waarborgsom binnen één dag op de rekening zou staan. Volgens de kantonrechter heeft [appellant] haar stelling, tegenover de gemotiveerde betwisting door Wijnplaza, onvoldoende onderbouwd. Het had op de weg van [appellant] gelegen om documenten over te leggen waaruit de door haar gestelde afspraak blijkt. Dit heeft zij nagelaten. Dit leidt ertoe dat het verweer op dit punt wordt verworpen.
- Daarnaast voert [appellant] aan dat zij de borg pas zal terugbetalen wanneer zij de opgave van de verwarmingskosten binnen heeft en deze kosten met de borg kunnen worden verrekend. De kantonrechter begrijpt dat [appellant] hiermee een beroep doet op opschorting. Zij verwerpt dat beroep vanwege het volgende. Wijnplaza heeft gemotiveerd betwist dat de verwarmingskosten voor haar rekening komen en [appellant] heeft daarop niet nader onderbouwd dat dat wel zo is. Bovendien heeft Wijnplaza betwist dat er verwarmingskosten zijn gemaakt en [appellant] heeft niet onderbouwd dat deze kosten wel zijn gemaakt.
“Hallo [X], We hebben de volgende afspraken gemaakt. (…) Op 1-3-2018 neem ik het pand terug uit de verhuur aan jou. Het huurcontract is hiermee beëindig[d] op 1-3-2018. Om 9:00u is het pand leeg en kunnen we een verslag opmaken van de oplevering. Is alles in orde betaal ik de borg die dag nog via de bank.”. Volgens Wijnplaza staat vast dat zij de bedrijfsruimte heeft opgeleverd op 1 maart 2018, met als gevolg dat [appellant] verplicht was op die dag de waarborgsom terug te boeken.