ECLI:NL:GHDHA:2020:2930
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- A.E.A.M. van Waesberghe
- H.P.Ch. van Dijk
- C.H.M. Royakkers
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor onterecht voorarrest van een ongewenst verklaarde vreemdeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 17 december 2020 een beschikking gewezen naar aanleiding van een verzoekschrift van de verzoeker, die schadevergoeding vroeg voor het ondergane voorarrest. De verzoeker, geboren in Somalië, had eerder een verblijfsvergunning die met terugwerkende kracht was ingetrokken en was als ongewenst vreemdeling verklaard. Het hof had eerder een vonnis van de politierechter vernietigd en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verzoeker. De verzoeker vroeg om een schadevergoeding van € 690,- voor de dagen die hij in voorarrest had doorgebracht.
Tijdens de behandeling van het verzoek op 3 december 2020, heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek, omdat er volgens haar geen gronden van billijkheid aanwezig waren. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verzoeker niet redelijkerwijs kon vermoeden dat hij zich schuldig maakte aan het misdrijf van illegaal verblijf, omdat hij tot 9 februari 2015 in de veronderstelling verkeerde dat hij rechtmatig in Nederland verbleef. Het hof heeft daarom gronden van billijkheid aanwezig geacht voor het toekennen van de schadevergoeding.
Het hof heeft de schadevergoeding berekend op basis van een vergoedingsmaatstaf van € 105,- voor dagen in politiecel of beperkingen en € 80,- voor dagen zonder beperkingen. Uiteindelijk is aan de verzoeker een schadevergoeding van € 690,- toegekend, die door de Staat der Nederlanden aan hem moet worden betaald. De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.