Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks4 december 2018 te Hoogvliet Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven,
althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,met dat opzet die [slachtoffer], meermalen,
althans eenmaal,met een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerpin zijn
(rechter onder
)arm en
/ofin zijn
(rechter
)zij heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
poging tot doodslag.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
1 (één) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 9.788,55 (negenduizend zevenhonderdachtentachtig euro en vijfenvijftig cent) bestaande uit € 4.788,55 (vierduizend zevenhonderdachtentachtig euro en vijfenvijftig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.