ECLI:NL:GHDHA:2020:2902

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
15 september 2020
Publicatiedatum
4 februari 2022
Zaaknummer
2200410218
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake meerdere woninginbraken met vrijspraak voor een van de tenlastegelegde feiten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 15 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in Ivoorkust in 1996, was eerder veroordeeld voor het plegen van meerdere woninginbraken. In totaal zijn er zes woninginbraken gepleegd in een korte periode, waarbij de verdachte samen met anderen of alleen goederen heeft weggenomen. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden, maar in hoger beroep heeft de advocaat-generaal een lagere straf van 24 maanden gevorderd, waarvan 8 maanden voorwaardelijk.

Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting. Het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastelegging onder 2, waardoor de verdachte daarvan is vrijgesproken. Voor de overige feiten heeft het hof echter voldoende wettig bewijs gevonden om de verdachte schuldig te verklaren voor de woninginbraken. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij hij zich de toegang tot de woningen heeft verschaft door middel van braak.

De strafbaarheid van de verdachte is vastgesteld, en het hof heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het tijdsverloop sinds de gepleegde feiten. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar, waarvan een deel voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004102-18
Parketnummers: 10-660482-15 en 10660309-17 (gevoegd)
Datum uitspraak: 15 september 2020
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 12 oktober 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte]

geboren te [geboortestad] (Ivoorkust) op [geboortedag] 1996,
adres: [adres]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 primair, 6 en 7 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zevenentwintig maanden met aftrek van voorarrest.
Voorts is beslist omtrent de vordering van een benadeelde partij en is een schadevergoedingsmaatregel opgelegd als nader in het vonnis vermeld.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 10/660482-15 op de voet van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 10-660482-15:
1. Zaak [adres 1])
hij op of omstreeks 07 december 2015 te Hendrik-Ido-Ambacht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, gelegen op/aan de [adres 1] weg te nemen één of meer goed(eren) en/of geld, in elk geval enig goed en/of geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, met één of meer breekijzer(s), althans (breek)voorwerp(en), een raam van die woning heeft getracht open te wrikken, althans te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2. (
Zaak [adres 2])
hij op of omstreeks 07 december 2015, althans in of omstreeks de periode van 01 december 2015 tot en met 11 december 2015, te Hendrik-Ido-Ambacht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen op/aan de [adres 2] weg te nemen één of meer goed(eren) en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- met een bloempot, althans een hard voorwerp, een ruit van een deur van voornoemde woning heeft ingegooid/verbroken en/of
- met één of meer breekijzer(s), althans breekvoorwerp(en) een deur van voornoemde woning heeft geforceerd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. ( Zaak [adres 3]
hij in of omstreeks de periode van 05 december 2015 tot en met 06 december 2015 te Capelle aan den IJssel tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, gelegen op/aan het [adres 3] heeft weggenomen een telefoon en/of twee, althans één, camera(s) (merk Panasonic) en/of een kluis (met inhoud), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/ hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4. [
adres 4]
hij in of omstreeks de periode van 24 oktober 2015 tot en met 14 november 2015 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, gelegen op/aan het [adres 4] heeft weggenomen
- één of meer ring(en) en/of horloge(s) en/of
- een ketting en/of
- een bracelet en/of
- tablet (merk Samsung) en/of
- een (attaché)koffer (inhoudende onder andere diploma's en/of certificaten en/of getuigenschriften op naam gesteld van [aangever 4]
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/ hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 24 oktober 2015 tot en met 08 december 2015 te Rotterdam, in elk geval in Nederland (een) goed(eren), te weten een horloge en/of een (attaché)koffer (inhoudende onder andere diploma's en/of certificaten en/of getuigenschriften op naam gesteld van [aangever 4] , heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed(eren) betrof;
5. (
Zaak [adres 5])
hij op of omstreeks 15 oktober 2015 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, gelegen op/aan het [adres 5] heeft weggenomen een laptop (merk Siemens Fujitsu) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/ hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 15 oktober 2015 tot en met 08 december 2015 te Rotterdam, in elk geval in Nederland (een) goed(eren), te weten een laptop (merk Siemens Fujitsu), heeft verworven en/of heeft voorhanden gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dat goed/die goederen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf, namelijk door diefstal, althans door enig (ander) misdrijf, verkregen goed(eren) betrof;
6. (
Zaak [adres 6])
hij op of omstreeks 20 november 2015 te Oss tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning, gelegen op/aan [adres 6] heeft weggenomen één of meer siera(a)d(en) (bestaande uit onder andere één of meer ketting(en) en/of een ring en/of een horloge), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/ hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
Zaak met parketnummer 10-660309-17 (gevoegd):
7. ( Zaak [adres 7])
hij op of omstreeks 13 februari 2017 te Rotterdam in/uit een woning/pand gelegen aan de [adres 7] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- 3 tablets (merk/type Apple Ipad en/of Samsung Galaxy), en/of
- een of meer laptops (merk type Acer Aspire), en/of
- een of meer sieraden en/of een horloge (merk Jacques Richal), en/of
- ( ongeveer) 1.750 euro,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), zulks nadat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), dat/die weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik had(den) gebracht door braak/verbreking.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd behoudens ten aanzien van de opgelegde straf en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 primair, 6 en 7 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden met aftrek van voorarrest, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Het hof is op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep van oordeel dat er onvoldoende wettig bewijs voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van hetgeen aan de verdachte onder 2 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 3, 4 primair, 5 primair, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. Zaak [adres 1])
hij op
of omstreeks07 december 2015 te Hendrik-Ido-Ambacht tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een woning, gelegen
op/aan de [adres 1] weg te nemen een of meer goed(eren) en/of geld, in elk geval enig goed en/of geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader
sen zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld onder
zijn/hun bereik te brengen door middel van braak
en/of verbreking en/of inklimming, met een
of meerbreekijzer
(s), althans (breek)voorwerp(en),een raam van die woning heeft getracht open te wrikken, althans te forceren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3. (
Zaak [adres 3])
hij
in of omstreeks de periode vanop05 december 2015
tot en met 06 december 2015te Capelle aan den IJssel tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-
eigening
in/uit een woning, gelegen
op/aan het [adres 3] heeft weggenomen een telefoon en
/oftwee
, althans één,camera
(s
)(merk Panasonic) en
/ofeen kluis
(met inhoud
),
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [aangever 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en
/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking en/of inklimming;
4 (
Zaak [adres 4])
hij in
of omstreeksde periode van
24 oktober12 november2015 tot en met 14 november 2015 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-
eigening
in/uit een woning, gelegen
op/aan het [adres 4] heeft weggenomen
-
één of meerring
(en
)en
/ofhorloge
(s
)en
/of
- een ketting en
/of
- een bracelet en
/of
- tablet (merk Samsung) en
/of
- een
(attaché
)koffer
(inhoudende onder andere diploma's en
/ofcertificaten en
/ofgetuigenschriften op naam gesteld van [aangever 4]
in elk geval enig(e) goed(eren),geheel
of ten deletoebehorende aan [aangever 4],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en
/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking en/of inklimming;
5 ( Zaak [adres 5])
hij op
of omstreeks15 oktober 2015 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-
eigening
in/uit een woning, gelegen
op/aan het [adres 6] weggenomen een laptop (merk Siemens Fujitsu)
in elk geval enig goed,
geheel of ten deletoebehorende aan
[aangever 5],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte
en/of zijn mededader(s)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft
/hebbenverschaft en
/of de/het weg te nemen goed
(eren)onder zijn
/hunbereik heeft
/hebbengebracht door middel van braak
, verbreking en/of inklimming;
6. ( Zaak [adres 6]
hij op
of omstreeks20 november 2015 te Oss tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-
eigening
in/uit een woning, gelegen
op/aan
de[adres 6] heeft weggenomen
één of meersiera
(a)d
(en
) (bestaande uit onder andere
één of meerketting
(en
)en
/ofeen ring en
/ofeen horloge
),
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [aangever 6],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en
/ofde
/hetweg te nemen goed
(eren
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking en/ofinklimming;
Zaak met parketnummer 10-660309-17 (gevoegd):7. (Zaak [adres 7])
hij op
of omstreeks13 februari 2017 te Rotterdam
in/uit een woning
/pandgelegen aan de [adres 7] tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-
eigening heeft weggenomen:
-
3tablets
(merk/type Apple Ipad en/of Samsung Galaxy),en
/of
-
een of meerlaptops
(merk type Acer Aspire), en
/of
-
een of meer sieraden en/ofeen horloge (merk Jacques Richal), en
/of
-
(ongeveer
)1.750 euro,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [aangever 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader
(s), zulks nadat hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s), dat
/dieweg te nemen geld en
/ofdiegoederen onder
zijn/hun bereik had
(den
)gebracht door braak
/verbreking.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijf-fouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman zich –op gronden als vermeld in de in het dossier gevoegde pleitaantekeningen- op het standpunt gesteld dat de onder 1, 3, 4, 5 en 7 tenlastegelegde feiten niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen en dat de verdachte om die reden daarvan dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
(Waar hierna paginanummers worden genoemd, wordt, tenzij anders is vermeld, gedoeld op pagina’s van het betreffende zaaksdossier.)

Feit 1 ([adres 1] te Hendrik-Ido-Ambacht)

[aangever 1] heeft aangifte gedaan van een poging tot inbraak in zijn woning aan de [adres 1] te Hendrik-Ido-Ambacht op 7 december 2015 tussen
12
uur en 12.15 uur, waarbij schade is ontstaan aan het keukenraam aan de achterzijde (p. 26 e.v.).
Uit onderzoek bleek het volgende.
Getuige had op 7 december 2015 om ongeveer 12.00 uur twee negroïde mannen bij [adres 1] gezien. Hij was even later achter hen aan gegaan op een quad. Hij had een van hen een tas zien weggooien bij het Reijnegaerdpad (p. 24 e.v.)
Uit getuigenverklaringen, camerabeelden en waarnemingen van verbalisanten bleek dat de twee mannen naar de
P.C. Hooftsingel waren gelopen dan wel gerend.
Verdachte werd op die dag rond 12.15 uur in Hendrik-Ido-Ambacht samen met [medeverdachte] door de politie aangehouden op de P.C. Hooftsingel (p. 1-23).
In de weggegooide tas bleken twee breekijzers te zitten: het ene rood en het andere zwart. Uit vergelijkend werktuigsporenonderzoek bleek dat twee afvormingen van werktuigsporen aan het keukenraam van de [adres 1] waarschijnlijk respectievelijk zeer waarschijnlijk zijn veroorzaakt met het rode breekijzer (p. 42 e.v. en p. 51 e.v.).
Voldoende duidelijk is dat de onderzochte breekijzers dezelfde breekijzers zijn als die in de tas zaten die door verdachte of zijn medeverdachte is weggegooid, nu de getuige de tas heeft opgepakt en aan de politie heeft overhandigd (p. 3). Ook blijkt dit uit het feit dat de in het proces-verbaal sporenonderzoek genoemde goednummers het nummer bevatten van de zaak waarin de breekijzers zijn aangetroffen. In het proces-verbaal van een vergelijkend werktuigsporenonderzoek is bovendien gerelateerd dat de werktuigen werden aangetroffen in een tas die op de vluchtroute door de verdachten werd weggegooid (p. 51 e.v.).
In het proces-verbaal van sporenonderzoek staat dat sporenonderzoek is verricht bij de woning aan de [adres] Het hof is van oordeel dat dit een
kennelijke verschrijving is. Immers, getuige is op dat adres woonachtig en uit zijn verklaring blijkt dat er eerder een misverstand was over het huisnummer, dat bij hem niet is ingebroken en dat hij samen met de politie de schade heeft waargenomen bij [adres]. Bovendien komt in het proces-verbaal van sporenonderzoek de beschrijving van de schade aan het kozijn van het keukenraam overeen met hetgeen daarover in de aangifte van [aangever 1] is opgenomen.
Vorenstaande feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien leiden het hof tot het oordeel dat de poging tot inbraak in deze woning op
7 december 2015 door de verdachte en zijn medeverdachte is gepleegd. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de verdachte geen uitleg heeft gegeven over de hen belastende omstandigheden.

Feit 3 [adres 3]

[aangever 3] heeft aangifte gedaan van inbraak in zijn woning aan de [adres 3]te Capelle aan den IJssel tussen 5 en 6 december 2015, waarbij schade is
ontstaan aan een raam en waarbij een kluis, een telefoon en twee fotocamera’s zijn weggenomen (p. 1 e.v.).
Uit onderzoek bleek het volgende.
Op de camerabeelden die op 5 december 2015 tussen
21.55
uur en 22.05 uur en tussen 22.12 uur en 22.28 uur zijn opgenomen in de lift van het flatgebouw waar
[[adres] deel van uitmaakt, werden de verdachte en [medeverdachte] herkend.
Rond het eerste tijdstip werd gezien dat de verdachte een soortgelijke tas bij zich had als op 7 december 2015 in Hendrik-Ido-Ambacht is weggegooid (p. 58 e.v.). Rond het
laatste tijdstip waren de verdachte en [medeverdachte] bezig een kennelijk zwaar voorwerp in en uit de lift te tillen
(p. 23 e.v.).
Uit vergelijkend werktuig-sporenonderzoek bleek dat de schade aan het raam was veroorzaakt met het rode breekijzer uit de door verdachte of zijn medeverdachte op 7 december 2015 in Hendrik-Ido-Ambacht weggegooide tas (p. 50 e.v.).
De camerabeelden zijn naar het oordeel van het hof van voldoende kwaliteit om de politie in staat te achten personen die daarop te zien zijn, te herkennen.
De herkenning van de verdachte op die beelden en op de fotobijlage (bijlagen 1, 2 en 4) door een verbalisant die hem kent en die de beelden ook beschrijft, kan dan ook als wettig bewijsmiddel worden gebruikt.
De verdachte is middels stemherkenning herkend als deelnemer aan een telefoongesprek van 5 december 2015 rond 21.41 uur. Het hof ziet in dit gesprek, mede gelet op de herkenning van de verdachte op de camerabeelden.

Feit 4 [adres 4]

[aangever 4] heeft aangifte gedaan van inbraak in zijn woning aan het [adres 4] te Rotterdam tussen
24 oktober 2015 en 14 november 2015, waarbij een bovenraampje is opengebroken en onder meer een Samsung tablet, een horloge en een attachékoffer zijn weggenomen.
Uit onderzoek bleek het volgende.
Uit telecomgegevens kwam naar voren dat met de telefoon van de verdachte op 13 november 2015 tussen 17.55 uur en 18.20 uur gesprekken waren gevoerd met onder meer [medeverdachte] waarbij de afspraak was gemaakt om naar Oost te gaan. Het toestel van de verdachte en dat van
[medeverdachte] straalden diezelfde dag tussen 20.00 uur en 21.15 uur zendmasten in Rotterdam Oost aan; rond
20.3
uur straalde de telefoon van [medeverdachte] een mast aan op de Burgaslaan, vlakbij de woning van de aangever (p. 2 e.v.).
Uit het Proces-verbaal bevindingen tap Aarhuispad
(pv Politie (3) p. 178 e.v.) blijkt dat het Aarhuispad in een wijk ligt tussen de Hoofdweg en de Burgaslaan.
Om 23.07 uur bood de gebruiker van het toestel van de verdachte een tablet van het merk Samsung met een hoesje en een oplader aan.
Bij een doorzoeking in de woning van de verdachte op
8 december 2015 werden op zijn kamer goederen van de aangever aangetroffen.
Het hof is met de rechtbank van oordeel dat er in beginsel van uitgegaan moet worden dat de eigenaar van een telefoontoestel dat toestel ook gebruikt om er gesprekken mee te voeren. Dat al dan niet tijdelijk een simkaart met een ander telefoonnummer in dat toestel is gedaan, maakt dat niet zonder meer anders. Het had op de weg gelegen van de verdachte om daar tekst en uitleg over te geven. De verdachte heeft zich echter beroepen op zijn zwijgrecht.
Het hof is daarom tevens van oordeel dat het de verdachte is geweest die kort na de eerdergenoemde gesprekken telefonisch een Samsung tablet aan iemand aanbood.
Het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien laat geen andere conclusie toe dan dat de verdachte op
13 november 2015 met [medeverdachte] de afspraak heeft gemaakt om naar Rotterdam Oost te gaan, daar ook daadwerkelijk naar toe is gegaan en samen met in elk geval die [medeverdachte] in de woning aan het [adres 4] heeft ingebroken en goederen heeft weggenomen, waaronder de goederen die later in zijn eigen woning zijn aangetroffen en een Samsung tablet. Dat de aangever een iets ander type tablet noemde (Samsung Galaxy Tab3 10.1 in plaats van een Samsung Galaxy Note 10.1) en niet sprak over het bijbehorende hoesje en de oplader, maakt dat niet anders. Evenmin doet aan de conclusie van het hof af dat [verdachte] tijdens een telefoongesprek die avond fluisterend zei dat hij bezig was. Daaruit leidt het hof, anders dan de raadsman, niet af dat [medeverdachte] alleen in de woning was.
Nu de verdachte en de medeverdachte bovendien geen uitleg hebben gegeven over de hen belastende omstandigheden acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat zij tezamen de inbraak in de woning aan het [adres 4] hebben gepleegd.

Feit 5 [adres 5]

[aangever 5] heeft aangifte gedaan van inbraak in haar woning aan het [[adres 5] te Rotterdam op 15 oktober 2015 tussen 19.15 uur en 23.15 uur, waarbij schade is
toegebracht aan een deur en waarbij een laptop is weggenomen (p. 1 e.v.).
Uit onderzoek bleek het volgende.
Uit telecomgegevens kwam naar voren dat de telefoon van verdachte op 15 oktober 2015 om 19.16 uur een zendmast aanstraalde in de omgeving van de Sinclair Lewisplaats te Rotterdam, niet ver bij de woning van aangeefster vandaan.
Op 28 oktober 2015 werd de verdachte op verdenking van een ander feit aangehouden. Op dat moment had hij een tas bij zich met daarin twee breekijzers, het ene rood en het ander zwart (p. 20 e.v.).
Uit vergelijkend werktuigensporen-onderzoek bleek dat de schade aan de deur van de woning aan het [adres 5] zeer waarschijnlijk was veroorzaakt met het zwarte breekijzer (p. 24 e.v.).
Op 8 december 2015 werd tijdens een doorzoeking in de woning van de verdachte op zijn kamer een laptop aangetroffen van het merk Siemens Fujitsu, type Esprimo
Mobile. Op deze laptop werden documenten aangetroffen met daarop de personalia van aangeefster.
Voornoemde feiten en omstandigheden duiden in onderling verband en samenhang bezien op betrokkenheid van de verdachte bij de inbraak. De verdachte heeft echter geen uitleg gegeven over de hem belastende omstandigheden. Gelet hierop acht het hof, bij gebrek aan contra-indicaties, wettig en overtuigend en overtuigend bewezen dat de verdachte de inbraak heeft begaan. Dat zich dichterbij de woning andere zendmasten bevonden, die niet zijn aangestraald, zoals de verdediging stelt, doet daaraan niet af.

Feit 7 [adres 6]

[aangever 6] heeft aangifte gedaan van inbraak in zijn woning aan de [adres 6] te Rotterdam op
13 februari 2017 tussen 11.50 uur en 16.00 uur, waarbij een raam is vernield en waarbij tablets, laptops, een horloge en een spaarpot met ongeveer € 1.750,- zijn weggenomen (p. 1 e.v.).
Uit onderzoek bleek het volgende.
Op camerabeelden van de algemene toegangshal [adres] van 13 februari 2017 om 15.15 uur werd de verdachte herkend als een van de twee
personen die de flat ingingen en even later de lift instapten. De andere persoon werd herkend als [medeverdachte]
Op camerabeelden van de algemene toegangshal
[adres] van 13 februari 2017 om 15.47 uur werd gezien dat de hiervoor bedoelde personen samen en versneld de trap in de algemene toegangshal afliepen. Beiden hadden de capuchon van hun jas over hun hoofd getrokken.
De medeverdachte had op dat moment een witte tas van supermarktketen Aldi in de hand.
De als verdachte herkende persoon droeg witte Nike Air Max sneakers met de veters niet gestrikt, een rode joggingbroek, een donkerkleurige winterjas en een
rugzak (p. 17 e.v.).
Op foto’s van de verdachte op Facebook waren soortgelijke kledingstukken en schoenen te zien, waarbij opviel dat de veters van de sneakers niet gestrikt waren.
Bij een doorzoeking in de woning van de medeverdachte op 9 juni 2017 werd een horloge aangetroffen dat door de aangever werd herkend als zijn eigendom.
Het hof acht de herkenning van de verdachte betrouwbaar.
Hoewel de afbeeldingen die in het dossier zijn gevoegd niet van heel goede kwaliteit zijn, blijkt uit het dossier dat de bewegende beelden zijn bekeken waarop gewoonlijk meer te zien is. Dit verklaart ook waarom het type schoenen is herkend. Bovendien zijn verschillende opvallende kledingstukken waargenomen waarvan is komen vast te staan dat de verdachte die ook bezit en is er een overeenkomst in de wijze waarop de schoenen worden gedragen, namelijk met losse veters.
Op grond van de herkenning staat vast dat de verdachte op
13 februari 2017 tussen 15.15 uur en 15.47 uur in het flatgebouw is geweest waarvan ook [adres] deel uitmaakt.
Omdat een toen ontvreemd horloge later bij zijn medeverdachte, die zich tegelijkertijd met de verdachte in het flatgebouw bevond, is aangetroffen, is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte de inbraak samen met die [medeverdachte] heeft gepleegd. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de verdachte geen enkele uitleg heeft gegeven over de hen belastende feiten en omstandigheden en dat het gelet op de waarnemingen op de camerabeelden niet aannemelijk is dat ten aanzien van de verdachte slechts sprake is van medeplichtigheid. Het ontbreken van direct bewijs voor de aanwezigheid van de verdachte in de woning is onvoldoende om daarvan uit te gaan.
Medeplegen
Het hof heeft bij de onder 1, 3, 4 primair, 6 en 7 tenlastegelegde feiten bewezenverklaard dat de verdachte die feiten samen met een ander of anderen heeft gepleegd.
Gelet op het bovenstaande is het hof van oordeel dat verdachte de onder 1, 3, 4 primair, 6 en 7 bewezen verklaarde feiten samen met een ander of anderen heeft gepleegd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1, 3, 4 primair, 5 primair, 6 en 7 bewezen verklaarde levert op:
1: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

3 en 4 primair: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd;

5 primair: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

6: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;

7.diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij

de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft eind 2015 in een relatief korte periode van minder dan twee maanden ingebroken in zes woningen dan wel een poging daartoe gedaan. Begin 2017 heeft hij dat nog een keer gedaan. Hij heeft vijf van die feiten samen met een ander of anderen gepleegd en eenmaal alleen. Bij de inbraken is er telkens schade veroorzaakt aan de woningen en is er van alles overhoop gehaald.
Bij enkele inbraken zijn goederen weggenomen waarvan de gevoelswaarde voor de eigenaren hoger is dan de marktwaarde ervan. De verdachte heeft zich kennelijk laten leiden door financieel gewin, zonder er bij stil te staan dat zulke feiten bij slachtoffers vaak leiden tot langdurig verminderd gevoel van veiligheid in hun eigen woning. Feiten als het onderhavige brengen in de regel ook bij burgers heftige gevoelens van angst en onveiligheid teweeg.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d.
24 augustus 2020. Daarbij heeft het hof geconstateerd dat de verdachte volgens dat uittreksel sinds februari 2018 geen nieuwe strafbare feiten heeft gepleegd. Het hof weegt dat in het voordeel van de verdachte mee.
Daarnaast houdt het hof rekening met het tijdsverloop in de onderhavige zaak. Op het moment dat de verdachte de feiten pleegde, was hij 18 resp. 20 jaar oud. Inmiddels is hij 23 jaar en leidt hij – zoals door de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep naar voren gebracht – een gestructureerd leven. Hij is werkzaam en ontvangt geen begeleiding meer.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur in combinatie met een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 3, 4 primair, 5 primair, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 3, 4 primair, 5 primair, 6 en 7 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
360 (driehonderdzestig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
236 (tweehonderdzesendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte voorts tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door mr. Y.J. Wijnnobel-van Erp, mr. M.J. de Haan-Boerdijk en mr. K. Versteeg, in bijzijn van de griffier A. van der Schalk.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 15 september 2020.
Mr. M.J. de Haan-Boerdijk en mr. K. Versteeg zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.