ECLI:NL:GHDHA:2020:2897
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van partneralimentatie en verzoek ex artikel 843a Rv
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende een verzoek van de vrouw om herbeoordeling van de partneralimentatie en om informatie op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De vrouw, die in eerste aanleg een verzoek had ingediend, was het niet eens met de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 16 september 2019, waarin haar verzoeken waren afgewezen. De vrouw stelde dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden die een herbeoordeling van de partneralimentatie rechtvaardigden. Het hof oordeelde echter dat er geen rechtmatig belang bestond bij het verzoek van de vrouw, omdat er geen relevante wijziging van omstandigheden was die een herbeoordeling van de partneralimentatie rechtvaardigde. De vrouw had eerder al een verzoek gedaan dat door de rechtbank was afgewezen, en het hof bevestigde dat de eerdere uitspraak bindend was. De vrouw werd bovendien veroordeeld in de proceskosten van zowel de procedure in eerste aanleg als het hoger beroep, omdat het hof oordeelde dat zij nodeloos een procedure had aangespannen over een kwestie die al eerder was beslist. De totale proceskosten werden vastgesteld op € 4.599,-, met de bepaling dat de vrouw wettelijke rente verschuldigd was indien deze kosten niet binnen veertien dagen na betekening van de beschikking werden voldaan.