Uitspraak
- 400.000,00 euro, althans een (groot) geldbedrag, tezamen en in verenging met onder meer [medeverdachte 12] vervoerd en/of
- 400.000,00 euro, althans een (groot) geldbedrag, tezamen en in verenging met onder meer [medeverdachte 13] vervoerd en/of
- 400.000,00 euro, althans een (groot) geldbedrag, tezamen en in verenging met onder meer [medeverdachte 14]vervoerd en/of
- 400.000,00 euro, althans een (groot) geldbedrag, tezamen en in verenging met onder meer [medeverdachte 15] vervoerd en/of
- 400.000,00 euro, althans een (groot) geldbedrag, tezamen en in verenging met onder meer [medeverdachte 16] vervoerd en/of
- [medeverdachte 1]en/of
- [medeverdachte 7] en/of
- [medeverdachte 6] en/of
- [medeverdachte 9] en/of
- [medeverdachte 10] en/of
- [medeverdachte 11] en/of
- een of meerdere andere perso(o)n(en)
Nadere bewijsoverwegingen
Medeplegen van gewoontewitwassen
C, E, D, B en Aaan de orde worden gesteld.
- [medeverdachte 16] was voor dit transport benaderd door de [medeverdachte 8].
- Op 6 oktober is zij door de [medeverdachte 8] naar Amsterdam gereden, en na een tussenstop bij de woning van [medeverdachte 6], is de [medeverdachte 8] met [medeverdachte 16] bij een reisbureau geweest voor de aankoop een vliegticket voor een vlucht op 8 oktober van Frankfurt naar Porlamar (Venezuela). Het geld daarvoor kreeg [medeverdachte 16] van de [medeverdachte 8].
- Op 7 oktober is zij opnieuw – samen met een vriendin die ook geld zou koerieren - met de [medeverdachte 8] naar Amsterdam gereden. De [medeverdachte 8] heeft toen eerst samen met die vriendin een ticket gekocht, vervolgens zijn zij naar [medeverdachte 6] gegaan. [medeverdachte 16] heeft van [medeverdachte 6] € 6.000,--, gekregen.
- De avond voor vertrek moest zij bij de [medeverdachte 8] blijven slapen, haar kleren moest zij verdelen over een koffer en een rugtas die zij van de [medeverdachte 8] kreeg voor haar reis.
- Op 8 oktober is [medeverdachte 16] door [medeverdachte 7] met de auto opgehaald bij het huis van [medeverdachte 8] en naar het vliegveld in Frankfurt gereden.
- [medeverdachte 16] heeft na het inchecken [medeverdachte 6] gebeld omdat de [medeverdachte 8] haar dit had gezegd te doen.
- Kort daarna is [medeverdachte 16] door de Duitse Douane gecontroleerd en is er € 204.000,--, in haar koffer aangetroffen en inbeslaggenomen.
- [Medeverdachte 16] is met de trein naar Nederland teruggereisd alwaar zij door de [medeverdachte 8] werd opgewacht. Zij moest aan de [medeverdachte 8] de rugzak teruggeven en ook het briefje met het telefoonnummer van diegene die zij na aankomst in Venezuela moest bellen voor het ophalen van haar koffer en rugzak. Ook moest zij de documenten laten zien van de Duitse douane waaruit bleek dat zij was gecontroleerd en dat haar koffer met het geld in beslag was genomen.
- [Medeverdachte 8] heeft [medeverdachte 16] op 9 oktober weer naar Amsterdam gereden zodat zij [medeverdachte 6] ook kon vertellen wat er in Duitsland was gebeurd.
- Op 14 oktober is de [medeverdachte 8] samen met [medeverdachte 16], [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] naar een advocaat in Duitsland gereden om de ontstane situatie te bespreken.
Dat de [medeverdachte 8] ook vóór die datum wetenschap had van de geldsmokkel blijkt uit de omstandigheid dat vóór die datum al – net als in het voorafgaande traject - in een aantal gesprekken tussen haar en de medeverdachte [medeverdachte 6] gebruik wordt gemaakt van versluierende taal (‘Om zes uur is mijn echtgenoot daar de bloemen aan te kopen en alles om mee te nemen’ als de ophaaltijd voor geldkoerier [medeverdachte 16] wordt doorgegeven). In het telefoongesprek van 8 oktober 2010 om 20:40 uur bespreken [medeverdachte 6] en de [medeverdachte 8] over de getapte telefoon dat ze er rekening mee houden dat [medeverdachte 16] door de justitiële autoriteiten wordt gevolgd (wie weet komt ze met de staartjes en ‘je weet dat het kan zijn dat ze haar weg hebben laten gaan om achter haar aan te kunnen gaan’). Ook zijn zij het zondermeer met elkaar eens als [medeverdachte 6] zegt dat zij [medeverdachte 16] niet alleen kunnen laten. [Medeverdachte 8] laat binnen kort tijdsbestek aan [medeverdachte 6] weten dat zij de ‘papieren’ en ‘de kleine’ heeft. Het hof gaat er – met de politie - van uit dat met ‘de kleine’ de rugzak wordt bedoeld die [medeverdachte 16] na terugkomst uit Frankfurt aan de [medeverdachte 8] moest teruggeven.
Artikel 140 Wetboek van Strafrecht
onder 1, 2 en 3ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1 september 2010 tot en met 30 november 2010in Nederland en/of in Spanje en/of Venezuela en/of Duitsland en/of België,
(krachtens die gewoonte geldbedragen, te weten
- 400.000,00 euro, tezamen en in verenging met onder meer [medeverdachte 13] vervoerd en
- 400.000,00 euro tezamen en in verenging met onder meer [medeverdachte 14]vervoerd en
- 400.000,00 euro tezamen en in verenging met onder meer [medeverdachte 15] vervoerd en
- 400.000,00 euro tezamen en in verenging met onder meer [medeverdachte 16] vervoerd en
die geldbedragenvoorhanden gehad en/of overgedragen terwijl zij, [medeverdachte 8], en haar mededaders wisten, dat deze geldbedragen, -onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren van enig misdrijf;
1te ‘s-Gravenhage om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bewerken, van een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, althans bevattende enig ander middel voorkomend op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en/of te bevorderen een hoeveelheid paracetamol en/of een hoeveelheid fenacetine, zijnde versnijdingsmiddelen voor cocaïne en/of heroïne, voorhanden heeft gehad, waarvan [medeverdachte 8] wist of ernstige redenen had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit;
1 juni 2010tot en met 17 mei 2011 in Nederland en/of in Spanje en/of Duitsland en/of België en/of Colombia en/of Venezuela, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een organisatie verder bestaande uit:
- [medeverdachte 1] en
- [medeverdachte 7] en
- [medeverdachte 6] en
- [medeverdachte 11]
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
36 maanden met aftrek van voorarresteen passende en geboden reactie vormt. Gegeven de eerdere vaststelling van de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid van het EVRM zal het hof deze gevangenisstraf matigen als nader te noemen.
BESLISSING
onder 1, 2 en 3ten laste gelegde heeft begaan.
onder 1, 2 en 3bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de [medeverdachte 8] strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.