ECLI:NL:GHDHA:2020:260
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- M.W. Koek
- A.E. Sutorius-Van Hees
- A.A.F. Donders
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake kinderalimentatie en afwijzing verzoek tot schorsing uitvoerbaar bij voorraad
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 12 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 10 juli 2019 aangevochten, waarin een maandelijkse bijdrage van € 200,- voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige was vastgesteld. De man verzocht het hof om rekening te houden met zijn schulden, maar het hof oordeelde dat deze niet voldoende waren onderbouwd. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de bijdrage in de kinderalimentatie vastgesteld op € 171,- per maand, met ingang van 26 november 2018. De vrouw, verweerster in hoger beroep, had verzocht om een hogere bijdrage van € 271,-, maar dit verzoek werd afgewezen omdat zij geen incidenteel appel had ingesteld. De man had ook een verzoek ingediend tot schorsing van de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van de eerdere beschikking, maar dit verzoek werd afgewezen omdat het hof oordeelde dat de man geen belang meer had bij dit verzoek nu de hoofdzaak werd beslist. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.