ECLI:NL:GHDHA:2020:2522
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Immuniteit van verdachte op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 17 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1999 en zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 250,00, subsidiair 5 dagen hechtenis, voor diefstal van een trainingsbroek van het merk Nike. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de strafvervolging.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een identiteitskaart heeft die is afgegeven door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waarop de code BD staat vermeld. Dit betekent dat de verdachte absolute immuniteit geniet op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer. Het hof oordeelt dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de strafvervolging, conform het preliminaire verweer van de raadsman en de eis van de advocaat-generaal.
Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht door het openbaar ministerie ter zake van het tenlastegelegde niet-ontvankelijk te verklaren. Deze beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en het recht, waarbij het hof ook heeft gekeken naar de procedurele aspecten van de zaak.