Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[naam verdachte],
of omstreeksde periode van2 maart 2006 tot en met 6 mei 2013 te 's-Gravenhage, in strijd met een h
emaarbij of krachtens wettelijk voorschrift, te weten artikel 17 van de Wet Werk en Bijstand, opgelegde verplichting(en), opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, immers heeft zij, verdachte, opzettelijk nagelaten aan de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten van de Gemeente Den Haag te melden dat zij, verdachte, toen en daar,
althans in enig(e) tijdvak(ken)in die periode, in het bezit was van vermogen/onroerend goed in Turkije (te weten een woning gelegen [adres] landbouwgrouwgrond gelegen [stad]) zulks terwijl
dit/deze feit
(en
) (telkens)kon
(den
)strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat
dat/die gegeven
(s
)van belang
was/waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming krachtens de (Wet werk en bijstand), dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.