ECLI:NL:GHDHA:2020:2365
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor medische behandeling van een minderjarige met sikkelcelanemie
In deze zaak gaat het om een verzoek om vervangende toestemming voor een medische behandeling, specifiek een bloedtransfusie, voor een minderjarige van bijna 16 jaar die lijdt aan sikkelcelanemie. De rechtbank had eerder toestemming verleend voor een splenectomie en een botoperatie, waarbij een bloedtransfusie mogelijk noodzakelijk zou zijn. De minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], en haar moeder zijn in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige niet in staat is tot een redelijke waardering van haar belangen, maar komt tot de conclusie dat de eerdere machtiging niet is gebruikt en de ondertoezichtstelling niet is verlengd. Het hof oordeelt dat de minderjarige, die inmiddels 16 jaar is geworden, recht heeft op zelfbeschikking en dat haar weigering voor een bloedtransfusie gerespecteerd moet worden. De gecertificeerde instelling heeft geen verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling ingediend, waardoor de situatie van de minderjarige niet meer onder toezicht staat. Het hof vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek om vervangende toestemming af, waarbij het belang van de minderjarige en haar recht op zelfbeschikking voorop staat.