7.6Van onrechtmatig handelen is niet gebleken zodat ook deze grondslag niet tot toewijzing van de gevorderde medewerking aan overdracht van de grond, vestiging van een recht van opstal, bruikleenovereenkomst, veroordeling tot verder onderhandelen of schadevergoeding kan leiden. Grief XIII faalt.
Misbruik van recht, evenredigheid, fair play
8. Tot slot heeft [appellanten] aangevoerd (onder meer in de grieven XIV tot en met XVI) dat de gemeente (op dit moment) geen enkel in redelijkheid te respecteren belang heeft bij haar vordering tot sloop van de serre en ontruiming van de strook grond. Er bevindt zich al 50 jaar een serre op de strook grond. In 2012 heeft de gemeente voorgesteld de grond in eigendom over te dragen en in 2015 is aangeboden de grond voor 20 jaar te verhuren aan [appellant 1] en [appellant 2] . De gemeente is niet van plan de strook grond weer als openbare straat te gebruiken en dat is ook niet mogelijk omdat de grond voor hotel Corona tot en met het niet bebouwde terras is omheind met rampaaltjes voor de beveiliging van de Israëlische ambassade zodat de vrijkomende strook grond sowieso niet als openbare straat gebruikt kan worden, aldus [appellanten]
9. De gemeente heeft bestreden dat zij geen belang zou hebben bij afbraak van de serre. Zij heeft daarbij verwezen naar de plannen voor herinrichting van het Buitenhof. De visie en het streven is volgens de gemeente om de oude lijnen in de binnenstad aan te houden en weer terug te brengen zodat aan de zijde van het Buitenhof de gevels weer in zicht komen. De serre belemmert de doorgang en neemt het zicht op de hoek weg. Medio 2023 zal worden gestart met de eerste herinrichtingswerkzaamheden, namelijk een fietsenstalling en hiervoor is noodzakelijk dat de grond eind 2022 vrij is van bouwwerken. Voorts heeft zij aangegeven dat met de verhuizing van de Israëlische ambassade de rampaaltjes te zijner tijd zullen verdwijnen. De gemeente heeft niet weersproken de stelling van [appellanten] dat de serre van Hotel Corona evenals de serre’s van Vapiano, Umami en Stan &Co volgens de nota “De Kern gezond” volledig passen in het beeld van het Buitenhof na herinrichting. De gemeente heeft ook onvoldoende weersproken dat [appellanten] een zwaarwegend belang heeft bij behoud van de serre gelet op de gedane investeringen en omdat deze essentieel is voor het restaurant. Het hof is van oordeel dat bij deze stand van zaken de gemeente op dit moment geen in redelijkheid te respecteren belang bij afbraak heeft. Dit geldt temeer nu in 2015 nog een aanbod door de gemeente is gedaan voor een huurovereenkomst van 20 jaar. Weliswaar is juist dat inzichten kunnen wijzigen maar daar staat tegenover dat de gemeente bij het maken van (nieuwe) herinrichtingsplannen rekening had kunnen en moeten houden met de belangen van [appellanten] temeer nu de eigendomskwestie van de strook grond nog in geschil was. Dat [appellanten] al lange tijd zonder vergoeding de strook grond gebruikt, kan zich ook anders oplossen. De verwijdering van de serre is daarvoor niet strikt noodzakelijk. Gelet hierop zal de vordering tot verwijdering van de serre worden afgewezen. Deze grieven slagen dus en het bestreden vonnis zal in zoverre worden vernietigd. De vraag wat de reikwijdte is van het door de gemeente overgelegde procesbesluit (grief XIV) behoeft bij deze stand van zaken niet beantwoord te worden.
10. Het hof ziet aanleiding hieraan toe te voegen dat aldus de situatie ontstaat dat [appellanten] enerzijds zonder recht of titel grond van de gemeente gebruikt en dat anderzijds de ontruiming op dit moment niet kan worden bevolen. Binnen het kader van de geformuleerde vorderingen kan het hof geen oplossing geven voor die situatie. Het is aan partijen om hun onderlinge verhouding te regelen, dan wel aan de gemeente om bij wijziging van de situatie opnieuw het oordeel van de rechter ten aanzien van de gevorderde ontruiming in te roepen.
11. Uit het voorgaande (en hetgeen reeds in het tussenarrest was geoordeeld) volgt dat het bestreden vonnis, uitsluitend voor zover gewezen in conventie onder 5.3 en 5.4 niet in stand kan blijven. Opnieuw rechtdoende zal het hof de vordering tot het staken van het onrechtmatig gebruik en de machtiging om de grond zelf te ontruimen afwijzen. Voor het overige zal het hof het vonnis bekrachtigen, ook voor zover in reconventie gewezen. [appellanten] heeft nog aanvullend bewijs aangeboden door het opnieuw horen van getuigen. Nu echter niet is aangegeven wat deze getuigen meer of anders zouden kunnen verklaren, passeert het hof dit bewijsaanbod. Voor omkering van de bewijslast of het aannemen van een vermoeden is geen aanleiding. Het hof is hiervoor ingegaan op de omstandigheden die [appellanten] ten grondslag legt aan zijn betoog dat de bewijslast moet worden omgedraaid of dat een vermoeden moet worden aangenomen.
Omdat [appellanten] in eerste aanleg in zowel conventie als reconventie blijft gelden als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, is hij terecht in de proceskosten van conventie en reconventie veroordeeld. In zoverre faalt ook grief XVIII. Ook in hoger beroep geldt [appellanten] als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zodat hij eveneens in de kosten van het hoger beroep zal worden veroordeeld. De getuigentaxen zijn door [appellanten] voorgeschoten en blijven voor zijn rekening, zodat daarover geen afzonderlijke beslissing volgt.