Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 26 augustus 2017 te Alphen aan den Rijn een wapen van categorie III, te weten een semi-automatisch pistool (merk FN, model 1910/22)), en/of munitie van categorie III, te weten drie, althans een of meer, patro(o)n(en), voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 26 augustus 2017 te Alphen aan den Rijn opzettelijk en wederrechtelijk - de/een band(en) van een gele bestelbus (merk Volkswagen) en/of - de/een band(en) en/of de/een (achter)ruit(en) van een grijze bedrijfsbus (merk Seat) en/of - een kinderkamer en/of diverse andere zich in een loods bevindende goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of een of meer ander(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk die band(en) van die bestelbus en/of die bedrijfsbus lek te steken en/of die ruit(en) van die bedrijfsbus in te slaan en/of die kinderkamer en/of overige goederen kapot te slaan.
of omstreeks26 augustus 2017 te Alphen aan den Rijn, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om opzettelijk
en - al dan niet - met voorbedachte rade een persoon genaamd[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet
en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,met een vuurwapen een
(aantal
)kogel
(s
)heeft afgevuurd op of in de richting van die [slachtoffer 2] en
/ofdie [slachtoffer 1], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks26 augustus 2017 te Alphen aan den Rijn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan
[slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een auto
(op
)/in de richting van
die [slachtoffer 2] en/ofdie [slachtoffer 1] is (in)gereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op
of omstreeks26 augustus 2017 te Alphen aan den Rijn een wapen van categorie III, te weten een semi-automatisch pistool (merk FN, model 1910/22)), en
/ofmunitie van categorie III, te weten drie
, althans een of meer,patro
(o)n
(en
), voorhanden heeft gehad;
hij op
of omstreeks26 augustus 2017 te Alphen aan den Rijn opzettelijk en wederrechtelijk
/eenband
(en
)van een gele bestelbus (merk
VolkswagenMercedes) en
/of
/eenband
(en
)en
/ofde
/een (achter
)ruit
(en
)van een grijze bedrijfsbus (merk Seat) en
/of
een kinderkamer en/ofdiverse
anderezich in een loods bevindende goederen,
en/of
een of meerander(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaaktdoor toen en daar opzettelijk en wederrechtelijk die band
(en
)van die bestelbus en
/ofdie bedrijfsbus lek te steken en
/ofdie ruit
(en
)van die bedrijfsbus in te slaan en
/ofdie
kinderkamer en/of overigegoederen kapot te slaan.
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij niet alleen [slachtoffer 2] maar ook [slachtoffer 1] zag staan toen hij het kamp opreed. Ter terechtzitting in eerste aanleg heeft de verdachte verklaard dat hij, nadat hij tegen de brievenbus aankwam, naar links heeft “weggestuurd” tussen de bussen door waarna hij in de sloot is gereden. Op de vraag van de rechtbank waarom hij naar links heeft gestuurd tussen de bussen door en niet rechtdoor is gereden, heeft de verdachte geantwoord dat hij in paniek was omdat de jongens hem aanvielen, dat [slachtoffer 2] bij de brievenbus stond en [slachtoffer 1] bij de bussen aan de linkerkant van zijn auto, en voorts: ”Ik wilde voorkomen dat [slachtoffer 1] mijn ruit zou inslaan. Hij wilde mij aanvallen dus ik dacht: ik stuur naar links en dan moet hij opzij springen of ik blijf staan en mijn auto wordt kapot geslagen. Ik wilde rechtdoor rijden, maar toen sprong [slachtoffer 1] voorbij de bus met een knuppel en toen heb ik automatisch naar links gestuurd.” Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij [slachtoffer 1] niet heeft zien staan en dat hij, nadat hij de brievenbus had geraakt, wilde voorkomen dat hij tegen de achterliggende woonwagen zou aanrijden en om die reden naar links heeft gestuurd. Zijn raadsman heeft daaraan toegevoegd dat de verdachte gezien de geringe afstand tussen de bussen, één van de bussen geraakt zou hebben als hij niet tussen de bussen door was gereden.
wederrechtelijkeaanranding. Dat zij voornemens waren verder te gaan dan het verdachte doen ophouden met het aanrichten van vernielingen is op geen enkele wijze gebleken. Het hof concludeert dat in de geschetste omstandigheden geen sprake was van (een dreiging van) een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding jegens de verdachte. Het beroep op noodweer kan daarom niet slagen.
poging tot doodslag, meermalen gepleegd.
poging tot zware mishandeling.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Nu er ook overigens geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit, acht het hof de verdachte dus strafbaar.
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
benadeelde partij [slachtoffer 1]gemaakt, tot op heden begroot op
€ 1.357,50en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
benadeelde partij [slachtoffer 2]gemaakt, tot op heden begroot op
€ 1.152,50en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren.
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 9.406,84 (negenduizend vierhonderdzes euro en vierentachtig cent) bestaande uit € 1.406,84 (duizend vierhonderdzes euro en vierentachtig cent) materiële schade en € 8.000,00 (achtduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.357,50.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 4.000,00 (vierduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.152,50.