ECLI:NL:GHDHA:2020:2070
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot termijnbepaling voor verkoop van in beslag genomen aandelen in het kader van executie
In deze zaak heeft [naam 1] Beheer B.V. (hierna: appellante) hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 2 december 2019. De rechtbank had bepaald dat Gemeenschappelijk Bezit [naam 2] B.V. (hierna: geïntimeerde) kon overgaan tot de verkoop van in beslag genomen aandelen van appellante in Africa-Europe Trading B.V. (hierna: AET). Het hoger beroep is ingediend op 10 maart 2020, en de mondelinge behandeling vond plaats op 11 september 2020. Appellante verzoekt de verzoeken van geïntimeerde af te wijzen of de executie op te schorten, onder andere omdat het beslag volgens haar vervallen zou zijn en omdat de executie onomkeerbare gevolgen zou hebben voor haar fiscaal compensabele verliezen.
Het hof oordeelt dat het verzoekschrift van geïntimeerde tijdig is ingediend, en dat de enkele omstandigheid dat appellante in hoger beroep is gegaan, niet in de weg staat aan de toewijzing van het verzoek. Het hof wijst erop dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, waardoor het hoger beroep geen schorsende werking heeft. Appellante heeft niet voldoende onderbouwd dat de executie haar in haar belangen schaadt, en het hof ziet geen reden om de toestemming voor de verkoop van de aandelen te weigeren. Het hoger beroep wordt daarom verworpen en de bestreden beschikking wordt bekrachtigd. Appellante wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.