Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Rolnummer rechtbank : 7402542 / CV EXPL 18-53092
Arrest van 15 september 2020
[appellant],
[geïntimeerde],
Het geding in hoger beroep
Beoordeling van het hoger beroep
onbepaalde tijdingaande op
1 april 2016. Tijdens deze periode kan de huurder deze overeenkomst door opzegging beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van in ieder geval
2 volle kalendermaanden. De verhuurder kan deze overeenkomst door opzegging beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van in ieder geval
3 volle kalendermaanden. (…)
13. Huurder dient in alle gevallen minstens 2 kalendermaanden van te voren schriftelijk op te zeggen.
Ontbinding huurovereenkomst [adres], [postcode] te [woonplaats 2]
1 maart 2019zal worden ontbonden. (…)
Ten aanzien van de ontbinding zijn de volgende aanvullende afspraken overeengekomen:
Maar ik wil de woning helemaal niet kwijt. Er bestaat ook helemaal geen reden om de huurovereenkomst met mij te ontbinden. Ik betaal de huur netjes en ik geef geen overlast. Het is toch raar dat jij onaangekondigd een formuliertje onder mijn neus schuift en dat je daarmee de huurovereenkomst zou kunnen ontbinden, zonder dat ik erover heb kunnen nadenken en zonder dat er een rechter naar gekeken heeft? Dat zou betekenen dat ik zomaar mijn woning kwijt raak en op straat kom te staan. Dat kan volgens mij helemaal niet. Hierbij laat ik je dan ook weten dat ik niet akkoord ga met de ontbinding van de huurovereenkomst. Dat formulier dat ik moest ondertekenen is niet geldig, die is nietig en ik vernietig het dan ook hierbij. (…)”
Zondag 4 november 2018 heb ik je uitgelegd dat wij vanwege de extreme files naar het werk moeten verhuizen. Echter kunnen wij geen andere woning kopen zolang ik de woning in [woonplaats 2] nog in de verhuur heb. Jij begreep ons probleem en daarom ben je akkoord gegaan met de ontbinding van de huurovereenkomst.
Jij hebt zelf besloten om akkoord te gaan met de ontbinding van de huurovereenkomst. Ook de afgelopen dagen heb jij geen enkele keer aangegeven onder druk te zijn gezet. Afgelopen week heb je contact gehad met een kennis van je bij de gemeente en op diens advies heb ik nog een verhuurdersverklaring voor je opgesteld. Het is dan ook zeer opmerkelijk dat je na ruim een week ineens komt met dat je je onder druk gezet zou voelen.
primairte verklaren voor recht dat de Beëindigingsovereenkomst op 12 november 2018 buitengerechtelijk is vernietigd, of:
subsidiairde Beëindigingsovereenkomst te vernietigen,
primair en subsidiair beide) met de bepaling dat de huurovereenkomst voortduurt, of:
[appellant] heeft – kort gezegd – aangevoerd dat hij op 4 november 2018 zijn wens tot verkoop tegenover [geïntimeerde] heeft geuit, waarna een open gesprek heeft plaatsgevonden met ruimte voor de mening en wensen van [geïntimeerde]. Partijen hebben daarna gezamenlijk de Beëindigingsovereenkomst verder ingevuld. Daarna heeft [appellant] de woning nog gecontroleerd (zoals aangekondigd) en kon [geïntimeerde] de (concept)overeenkomst nogmaals doorlezen voordat zij onverplicht en zonder druk haar handtekening zette. De eerste dagen daarna hebben partijen deels uitvoering gegeven aan de Beëindigingsovereenkomst. Van [geïntimeerde] kon worden verwacht dat zij op de hoogte is van de juridische consequenties van het aangaan van de Beëindigingsovereenkomst, nu zij in het verleden een eigen onderneming heeft gehad in sales- en marketingactiviteiten waaronder colportage.
voorwaardelijkreconventie – namelijk bij afwijzing van de vorderingen van [geïntimeerde] –:
grief Iheeft hij aangevoerd dat hij [geïntimeerde] niet bewust heeft overvallen na een onjuiste mededeling over zijn komst. Hij had gehoord dat hij de woning op drugs moest inspecteren en hij heeft dat ook daadwerkelijk gedaan op 4 november 2018. Hij hoefde vanwege de goede verhuurder-huurder relatie tussen hem en [geïntimeerde] ook geen excuus te verzinnen om langs te komen. Hij heeft [geïntimeerde] op 4 november niet misleid of gedwongen om direct tot ondertekening over te gaan. [geïntimeerde] had begrip voor zijn motivatie voor de huurbeëindiging en wilde daaraan meewerken. Vervolgens hebben partijen de details over de beëindiging ingevuld en kreeg [geïntimeerde] alle ruimte om haar aanvullende wensen door te geven, en haar wensen zijn (met de hand) opgenomen. Daarna, vóór het ondertekenen, heeft [appellant] eerst nog de woning gecontroleerd. Het stond [geïntimeerde] vrij de overeenkomst niet te ondertekenen. Ook
grief IIIbetreft de vrije keuze die [geïntimeerde] heeft gemaakt om direct tot ondertekening over te gaan. [geïntimeerde] wilde ondertekenen en vond dat pas
latereen verkeerde keuze, zo benadrukt [appellant]. Bovendien verklaart [geïntimeerde] tegenstrijdig over hetgeen op 4 november en de dagen daarna is voorgevallen.
grief IVheeft [appellant] aangevoerd dat hij niet wist en ook niet moest begrijpen, dat [geïntimeerde] niet wilde tekenen. Hij kende haar als een gezonde, mondige, assertieve, zelfbewuste volwassene die door haar ervaring als colporteur en zelfstandig ondernemer goed wist dat niemand gedwongen kan worden tot het ondertekenen van een overeenkomst. Dat zij mondig is volgt mede uit hoe zij zelf [appellant] bij het aangaan van de huurovereenkomst had misleid aangaande haar kredietwaardigheid.
grief Vwijst [appellant] er op dat de feiten en omstandigheden in de dagen na sluiten van de Beëindigingsovereenkomst bevestigen dat er bij ondertekening geen sprake was van enig misbruik van omstandigheden, welk misbruik [geïntimeerde] dan ook met
nietsheeft onderbouwd. Partijen behielden vriendelijk contact, [geïntimeerde] werkte mee aan de uitvoering van de overeenkomst en ze liet geen moment blijken dat zij er zich niet prettig bij voelde. [geïntimeerde] verzocht zelfs nog om een verhuurdersverklaring, terwijl ze bovendien oneerlijk was over de reden daarvoor.
grief VIIkomt [appellant] op tegen de vaststelling dat [geïntimeerde] voortvarend heeft gehandeld en direct na het weekend naar haar rechten is gaan informeren. [appellant] betwist dit. Er is geen bewijs voor en het is ook niet van invloed op de vraag of de huurovereenkomst met misbruik van omstandigheden was beëindigd. Voorts bestrijdt [appellant] de overweging dat de zaak anders zou hebben gelegen als [appellant] [geïntimeerde] uitdrukkelijk erop zou hebben gewezen dat zij niet mee hoefde te werken aan de beëindiging en zulks uit de Beëindigingsovereenkomst zou blijken.
directnadat [appellant] zijn situatie duidelijk had gemaakt, aangaf dat zij bereid was om tot afspraken te komen. Zij had daartoe geen contact gehad met iemand die haar kon adviseren (zij was alleen thuis), anders dan met [appellant], met wie zij weliswaar een goede verstandhouding had maar die haar op dat moment alleen over zijn eigen, tegengestelde belang had verteld. Haar directe bereidheid was slechts ingegeven door begrip voor en welwillendheid jegens [appellant]. Haar wil was dus lichtzinnig (niet weloverwogen) en werd kenbaar niet bepaald door een weloverwogen keuze die mede gebaseerd was op haar eigen belangen. Die ondoordachtheid moet voor [appellant] duidelijk zijn geweest, mede gezien hetgeen hiervoor onder 4.5 is opgemerkt.
de huurovereenkomst (…) zal worden ontbonden”. De met de hand geschreven nadere afspraken, waarin [geïntimeerde] volgens [appellant] haar inbreng had, betroffen de datum, een inspanningsverplichting en de mogelijkheid van een eerdere huurbeëindiging. Op de ontbinding/huurbeëindiging zelf zien zij niet.
heeft weliswaar naar voren gebracht dat hij tijdens het gesprek duidelijk heeft uitgelegd ‘wat de stand van zaken was’, maar niets duidt er op dat daarbij ook het behoud van het huurrecht van [geïntimeerde] als reële mogelijkheid is besproken (zo überhaupt al ter sprake is gebracht dat de huur, contrair aan de bepalingen in de huurovereenkomst, kon blijven doorlopen). Alternatieven voor een ontbinding staan ook niet op het formulier voorgeprint of met de hand genoteerd; [geïntimeerde] kon op het formulier slechts voor een overeengekomen ontbinding tekenen of daarvoor niet tekenen.