Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het procesverloop
- het procesdossier van de eerste aanleg, waaronder het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 28 februari 2018;
- de dagvaarding in hoger beroep van 22 mei 2018;
- het herstelexploot van 7 november 2018;
- het exploot van anticipatie van 16 november 2018;
- het tussenarrest van 15 januari 2019 waarin een comparitie na aanbrengen is gelast (de comparitie is niet gehouden);
- de memorie van grieven, tevens vermindering/wijziging van eis van [appellant] , met producties;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep van de Gemeente, met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep van [appellant] , met producties;
- de pleitnota’s van [appellant] en de Gemeente, overgelegd tijdens het pleidooi van 4 juni 2020.
2.Feiten
“Gebouwen (…) mogen (…) in geval van verwoesting ten gevolge van een calamiteit geheel worden herbouwd, mits de aanvraag om vergunning voor herbouw binnen twee jaar na het intreden van de calamiteit is ingediend”.
“Het voorgenomen bouwplan is in strijd met de bepalingen van het ter plaatse geldende bestemmingsplan (…). Bij schrijven d.d. 4 maart 2005 hebben wij u bericht dat wij in principe medewerking zouden verlenen middels het verlenen van vrijstelling van het bestemmingsplan. Op grond van het bepaalde in artikel 29 (“Herbouw na calamiteit”) van de bij het bestemmingsplan behorende voorschriften evenwel is het toegestaan uw woning geheel te herbouwen, mits de aanvraag om bouwvergunning binnen twee jaar na het intreden van de calamiteit is ingediend. Ondanks de afwijkingen ten opzichte van het bestemmingsplan is een vrijstellingsprocedure op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening niet noodzakelijk.”.
“indien verzekerde binnen drie jaar tot herbouw op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming of tot herstel overgaat”.Op 8 april 2004 heeft [appellant] een door NN opgestelde verklaring ondertekend waarin staat:
“Indien het (…) gebouw niet binnen de gestelde termijn op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming wordt hersteld of herbouwd, is ondergetekende verplicht het dan onverschuldigde betaalde gedeelte van de schadepenningen aan de Maatschappij terug te betalen.”.
“Conform de door u op 8 april 2004 ondertekende herbouwverklaring dient de herbouw binnen drie jaar na het ontstaan van de schade te zijn voltooid.”
“Gezien de gegeven omstandigheden zijn wij in dit geval bereid de termijn van drie jaar – als genoemd in de “Verklaring inzake herstel of herbouw – te verlengen met een jaar. Hierdoor wijzigt de datum, waarbinnen in uw opdracht zal worden hersteld/herbouwd, van 28 december 2006 in 28 december 2007.”
3.De procedure bij de rechtbank: de vorderingen en de beslissing
Huur tijdelijke woning (portacabin)
Hypotheeklasten
.
Elektriciteit, gas, water, gemeentelijke heffingen en verzekeringen
Kosten aanpassing bouwplan i.v.m. termijn NN
Lagere verkoopopbrengst woning
Advocaatkosten
Wettelijke rente
Buitengerechtelijke incassokosten
4.Het geschil in hoger beroep
5.De beoordeling van het hoger beroep
daadwerkelijk is verkocht, en vervolgens wordt terug geredeneerd naar de datum in 2008 waarop de woning, het verwijtbare handelen van de Gemeente weggedacht,
in de verkoop gezet had kunnen worden. Deze methode voldoet niet. Vergeleken moet immers worden de waarde van de woning op de datum waarop die daadwerkelijk in de verkoop is gezet, te weten 24 april 2009 (die waarde is gelijk aan de verkoopprijs die later kon worden gerealiseerd) en de waarde van de woning op de datum waarop die, het verwijtbaar handelen van de Gemeente weggedacht, in de verkoop gezet had kunnen worden (en de verkoopprijs die dan gerealiseerd had kunnen worden). Terugindexeren naar de datum waarop de woning in de verkoop gezet had kunnen worden moet dan ook gebeuren vanaf 24 april 2009 en niet vanaf het eerste kwartaal van 2010.