Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Access & Beyond B.V. voorheen Impro Technologies Europe B.V.,
1.Het verloop van het geding
2.Feiten
Physics for Scientists and Engineers, waarvan de vierde editie in 1999 is verschenen en werd gebruikt door studenten elektrotechniek aan de TU Delft. De ‘Feynman Lectures’, waarnaar hij eveneens verwijst, betreft
The Feynman Lectures on Physics, mainly electromagnetism and matter, de schriftelijke uitwerking van colleges voor eerstejaars natuurkundestudenten die professor (en nobelprijs winnaar) R.P. Feynman in de jaren 50 van de vorige eeuw heeft gegeven en waarvan de tweede druk in 1964 is verschenen. Hoofdstuk 16 is getiteld “Induced Currents” en hoofdstuk 17 “The Laws of Induction”.
3.De vorderingen in eerste aanleg en in hoger beroep
4.Beoordeling
vanaf de randaanbrengen van een sleuf in de behuizing, ten doel heeft de Eddy currents te doorbreken.
kruist. Wel valt volgens CDVI zowel een sleuf die reikt tot aan de spoel als een sleuf die de spoel kruist onder de beschermingsomvang van EP 006.
zodanig dat er geen wervelstroom rondom de spoel kan lopen’ (vgl. pleitnota HB CDVI par. 69). Het hof zal van die uitleg uitgaan.
beschermingsbehuizing in het objectieve technische probleem wordt daarom tot uitdrukking gebracht dat de gemiddelde vakman de beschermfunctie van de behuizing wel in zijn zoektocht naar een oplossing zal betrekken. Hij zou daarom een oplossing voor zijn probleem zoeken die het beste midden vormt tussen enerzijds het in voldoende mate vergroten van de leesafstand en tegelijkertijd voldoende behoud van de beschermfunctie van de behuizing. Hij zou dus wel oplossingen overwegen die de beschermfunctie van de behuizing niet volledig handhaven, maar er wel naar streven dat deze niet té zeer wordt aangetast.
basiskennis van de te dezen relevante gemiddelde vakman, maar niet tot zijn algemene
vakkennis op het gebied van toegangssystemen, wordt verworpen. De omstandigheid dat bij magnetische remsystemen juist gebruik wordt gemaakt van de remmende werking van Eddy currents en dat die remmende werking is aangetoond met de slinger van Von Waltenhofen, betekent nog niet dat dit experiment, laat staan meer algemeen het fenomeen van Eddy currents zoals beschreven in de Feynman Lectures, zou behoren tot een (zeer beperkt) ‘totaal ander vakgebied, namelijk dat van magnetische remmen’ (pleitnota HB par. 8). Met dit experiment (maar ook bijvoorbeeld aan de hand van het experiment met de springende ring) wordt in de Feynman Lectures in zijn algemeenheid het effect van optredende Eddy currents inzichtelijk gemaakt én beschreven hoe die door het aanbrengen van sleuven vanaf de rand van de metalen plaat worden tegengegaan. Die beschrijving is geenszins tot de toepassing in magnetische remsystemen beperkt en de ‘teaching’ van de Feynman Lectures is daartoe ook zeker niet beperkt, zoals CDVI heeft aangevoerd. Het doorbreken van de Eddy currents door het aanbrengen van sleuven vanaf de rand van de metalen plaat, zoals onder meer aangetoond met het experiment van de slinger van Von Waltenhofen, heeft dus wel degelijk relevantie voor het probleem waarvoor de gemiddelde vakman zich geplaatst zag en hij zou dat daarom zeker bij het zoeken naar een oplossing voor zijn probleem betrekken.
meerderesleuven vanaf de rand van de behuizing, wat de structurele integriteit van de metalen behuizing zou aantasten hetgeen hij gelet op de beschermfunctie onaanvaardbaar zou achten en daarom daarvan zou afzien, wordt verworpen. De Feynman Lectures openbaren niet alleen het aanbrengen van meerdere sleuven vanaf de rand (zoals toegepast in het experiment van de slinger van Von Waltenhofen) maar (met het springende ring experiment) ook het doorbreken van Eddy currents door het aanbrengen van een enkele sleuf. In het springende ring experiment wordt de ring volledig doorgesneden (zie 2.16 hiervoor). De gemiddelde vakman zal echter inzien dat dit bij de metalen behuizing van de leesinrichting niet noodzakelijk is om de Eddy currents te doorbreken, vanwege de aanwezigheid van de elektrische stroom in de antennespoel die zich nabij de metalen behuizing bevindt.
hoede wervelstromen lopen en hoe hij die kan beïnvloeden. Ware dat anders dan valt niet in te zien – en CDVI heeft niet toegelicht – op basis waarvan de gemiddelde vakman dan conclusie 1 van EP 006 zo zou begrijpen dat de sleuf vanaf de rand ten minste tot aan de spoel dient te lopen teneinde het benodigde technische effect te bereiken. Het octrooischrift beschrijft die kennis namelijk niet.