Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en mevrouw P. Molenaar, tolk in de Engelse taal;
3.De feiten
- [naam minderjarige 1] (hierna te noemen: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] , België;
- [naam minderjarige 2] (hierna te noemen: [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] , België;
- [naam minderjarige 3] (hierna te noemen: [minderjarige 3] ), geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] , België;
- de minderjarigen voorlopig aan de moeder worden toevertrouwd;
- de vader voorlopig gerechtigd is om [minderjarige 3] en [minderjarige 2] bij zich te hebben iedere dinsdag uit school tot 20.15 uur, iedere zaterdag van 12.00 uur tot 20.00 uur en iedere zondag van 12.00 uur tot 20.00 uur;
- de vader aan de moeder een voorlopige kinderalimentatie moet betalen in de periode van 13 september 2018 tot 1 februari 2019 van in totaal € 640,- per maand en vanaf 1 februari 2019 van in totaal € 453,- per maand, telkens bij vooruitbetaling.
4.De omvang van het geschil
- bepaald dat vanaf datum beschikking alleen aan de moeder het gezag zal toekomen over de drie minderjarigen;
- bepaald dat [minderjarige 2] en [minderjarige 3] vanaf nu en met ingang van zondag 24 augustus 2019 bij de vader zullen zijn eens per twee weken op zondag van 12.00 uur tot 20.00 uur, waarbij de moeder de minderjarigen telkens bij de woning van de vader moet brengen en de vader de minderjarigen telkens bij de woning van de moeder moet terugbrengen;
- de moeder veroordeeld om uiterlijk binnen een week na betekening van deze beschikking aan haar het woonadres van de minderjarigen bij de moeder in Nederland aan de vader bekend te maken, zulks vooral met het oog op de bovenstaande omgangsregeling voor [minderjarige 3] en [minderjarige 2] maar ook met het oog op het eventuele toekomstige contactherstel van de vader met [minderjarige 1] , dit op straffe van een dwangsom van € 200,- per dag dat de moeder in gebreke blijft om aan deze veroordeling van de rechtbank te voldoen;
- bepaald dat de moeder met ingang van 1 september 2019 aan de vader uiterlijk op elke eerste dag van elke kalendermaand per e-mail schriftelijk informatie zal moeten geven over belangrijke recente ontwikkelingen in het leven van de minderjarigen, waaronder in ieder geval recente ontwikkelingen op het gebied van schoolresultaten, schoolkeuze, gezondheid, sociaal welzijn en indien van toepassing de vermogenspositie van de minderjarigen, waarbij de moeder maandelijks ook een recente digitale foto van [minderjarige 1] aan de vader moet bijvoegen zolang [minderjarige 1] nog minderjarig is;
- bepaald dat de vader, de moeder en de minderjarigen zo spoedig mogelijk de naar het oordeel van de rechtbank in het belang van deze minderjarigen noodzakelijke systeemtherapie bij het Lorentzhuis moeten hervatten, zulks samengevat ter wezenlijke verbetering van hun ernstig verstoorde onderlinge verhouding;
- deze beschikking tot zover, met uitzondering van de uitspraak van de echtscheiding, uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- al hetgeen over en weer meer of anders over de minderjarigen is verzocht, met uitzondering van de aangehouden verzoeken over de kinderalimentatie en de daarmee samenhangende verzoeken over de schoolkosten en de reiskosten van de minderjarigen, afgewezen.
- partijen gezamenlijk belast blijven met het ouderlijk gezag;
- [minderjarige 3] en [minderjarige 2] tezamen dan wel afzonderlijk eenmaal per 14 dagen bij de vader zijn van maandagochtend 9.00 uur tot maandagochtend 9.00 uur waarbij de overdracht via de school zal plaatsvinden alsmede de helft van de vakanties en feestdagen welke regeling in onderling overleg tussen partijen en de minderjarigen met behulp van het Lorentzhuis dan wel een andere door het Hof te bepalen deskundige zal worden opgebouwd middels een door het Hof te bepalen stappenplan waarin het tempo in onderling overleg tussen de vader en de minderjarigen kan worden aangepast waarbij de minderjarigen eenmaal per 14 dagen van vrijdagmiddag uit school tot maandagochtend naar school alsmede wekelijks van dinsdagmiddag uit school tot woensdagochtend naar school bij de vader zullen verblijven alsmede de helft van de vakanties en feestdagen, dan wel een door het Hof in goede justitie te bepalen ruimere zorg- en contactregeling dan de rechtbank heeft bepaald;
- [minderjarige 1] wekelijks bij de vader zal verblijven van dinsdagmiddag uit school tot woensdagochtend naar school welke regeling in onderling overleg met [minderjarige 1] en een door het Hof te benoemen deskundige zal worden opgebouwd dan wel een door het Hof in goede justitie te bepalen zorg- en contactregeling;
- de raad te gelasten om een raadsonderzoek te doen waarin de onder punt 26 van dit hoger beroepschrift genoemde vragen worden beantwoord dan wel de door het Hof te bepalen vragen worden beantwoord;
- de moeder te veroordelen in de proceskosten, kosten rechtens.
5.De motivering van de beslissing
6.De beslissing
binnen veertien dagenna de datum van deze beschikking schriftelijk uit te laten over de door het hof te benoemen deskundigen en de door de deskundigen te beantwoorden vragen;