Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 26 januari 2019 te Dordrecht, een ambtenaar, te weten [slachtoffer], medewerker Veiligheid en Service bij de Nederlandse Spoorwegen, tevens Buitengewoon Opsporingsambtenaar, gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door die [slachtoffer] op/tegen de borst te slaan/stompen en/of die [slachtoffer] op/tegen de kaak, althans het gezicht te slaan/stompen;
hij op of omstreeks 26 januari 2019 te Dordrecht opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten op grond van de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers, gedaan door een ambtenaar, te weten, [ambtenaar] (hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam), belast met de uitoefening van enig toezicht en/of belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen of van hem had gevorderd om mee te werken aan de ademanalyse, hieraan geen gevolg te geven.
hij op
of omstreeks26 januari 2019 te Dordrecht, een ambtenaar, te weten [slachtoffer], medewerker Veiligheid en Service bij de Nederlandse Spoorwegen, tevens Buitengewoon Opsporingsambtenaar, gedurende en
/ofter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door die [slachtoffer]
op/tegen
borst te slaan/stompen en/of die [slachtoffer] op/tegende kaak
, althans het gezichtte slaan/stompen;
hij op
of omstreeks26 januari 2019 te Dordrecht opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel
of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten op grond van de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers, gedaan door een ambtenaar, te weten, [ambtenaar] (hoofdagent van politie Eenheid Rotterdam), belast met de uitoefening van enig toezicht en
/ofbelast met
en/of bevoegd verklaard tothet opsporen en
/ofonderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen
of van hem had gevorderdom mee te werken aan de ademanalyse, hieraan geen gevolg te geven.
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
20 (twintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
10 (tien) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 200,00 (tweehonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2019 tot aan de dag der voldoening.