ECLI:NL:GHDHA:2020:1566

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
28 augustus 2020
Zaaknummer
2200123919
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de rechtbank Rotterdam inzake seksuele intimidatie en bedreiging van een minderjarige via sociale media

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1994 in Afghanistan, heeft via Instagram contact gezocht met een minderjarig meisje, waarbij hij haar leeftijd kende. Hij heeft haar een foto van zijn stijve penis gestuurd en haar gedurende twee maanden bedreigd met seksueel geweld om naaktfoto's van haar te verkrijgen. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met bijzondere voorwaarden waaronder een contactverbod met minderjarigen. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft de overschrijding van de redelijke termijn geconstateerd, maar volstond met een constatering hiervan. De verdachte is veroordeeld tot een deels voorwaardelijke taakstraf, met een meldplicht en een behandelverplichting. Het hof heeft ook de in beslag genomen iPhone 4 verbeurd verklaard, omdat deze is gebruikt bij het plegen van de strafbare feiten. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, en het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001239-19
Parketnummer: 10-682143-17
Datum uitspraak: 26 augustus 2020
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 21 maart 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Afghanistan) op [geboortedatum] 1994,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 12 augustus 2020.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis, waarvan 60 uren subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, onder oplegging van de bijzondere voorwaarden in de vorm van een meldplicht, ambulante behandeling en een contactverbod met de minderjarige zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Voorts is de inbeslaggenomen iPhone 4 verbeurd verklaard.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 februari 2016 tot en met 06 mei 2016 te Dordrecht en/of Eindhoven, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om (meermalen) (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] (geboren op 19 september 2005), te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), (meermalen) via social media (Instagram/WhatsApp/de chat)
- die [slachtoffer] heeft benaderd als zijnde "Redouan1993t" en/of
- aan die [slachtoffer] berichten heeft gezonden, waarin hij, verdachte, haar meedeelde/chatte/vroeg/liet weten
* dat hij haar al had achtervolgd en/of haar geil vond en/of haar mee zou nemen en/of
* (een) (naakt)foto('s) van haar geslachtsdeel en/of lichaam aan hem te sturen en/of
* dat zij problemen had wanneer zij geen foto('s) zou sturen en/of
* dat hij persoonlijke informatie over/van haar wist en/of
* hij nog wat van haar kreeg en/of
* dat ze naar de badkamer of wc moest gaan en/of
* als ze nu al zo gaat doen, ze een probleem heeft en/of
* hij boos op haar was, althans woorden van gelijke (dreigende/intimiderende) aard en/of die [slachtoffer] een foto van zijn (stijve) penis heeft gestuurd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1. subsidiair
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 06 mei 2016 tot en met 08 mei 2016 te Dordrecht en/of Eindhoven, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid wederrechtelijk te dwingen iets te doen en/of niet te doen en/of te dulden: aan die [slachtoffer] heeft bericht (via WhatsApp) dat zij een probleem zou hebben wanneer ze hem, verdachte, niet een paar goede (naakt)foto's van zichzelf zou sturen, althans (telkens) woorden van gelijke (dreigende/ intimiderende) aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2016 tot en met 06 mei 2016 te Dordrecht en/of Eindhoven, in elk geval in Nederland, een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, zijnde een foto van zijn ontblote stijve penis, (via Instagram) heeft vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2005), van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet geheel verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op
een ofmeerdere tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 01 februari 2016 tot en met 06 mei 2016 te Dordrecht
en/of Eindhoven, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om
(meermalen
) (telkens)door
geweld of (een) andere feitenlijkhe(i)d(en) en/ofbedreiging met geweld of
(een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
)[slachtoffer] (geboren op 19 september 2005), te dwingen tot het plegen
en/of duldenvan
een of meerontuchtige handeling
(en
),
(meermalen
)via social media (Instagram/WhatsApp
/de chat)
- die [slachtoffer] heeft benaderd als
zijnde“Redouanl993t” en
/of
- aan die [slachtoffer] berichten heeft gezonden, waarin hij, verdachte, haar meedeelde
/chatte/vroeg/liet weten
* dat hij haar al had achtervolgd en
/ofhaar geil vond en
/ofhaar mee zou
nemen en
/of
*
(een)(naakt)foto(’s) van haar geslachtsdeel en
/oflichaam aan hem te sturen en
/of
* dat zij problemen had wanneer zij geen foto
(’s
)zou sturen en
/of
* dat hij persoonlijke informatie over
/vanhaar wist en
/of
* hij nog wat van haar kreeg en
/of
* dat ze naar de badkamer of wc moest gaan en
/of
* als ze nu al zo gaat doen, ze een probleem heeft en
/of
* hij boos op haar was,
althans woorden van gelijke (dreigende/intimiderende) aard en/of die [slachtoffer] een foto van zijn (stijve) penis heeft gestuurd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 1 februari 2016 tot en met 06 mei 2016 te Dordrecht
en/of Eindhoven, in elk geval in Nederland,een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, zijnde een foto van zijn ontblote
stijve penis (via Instagram) heeft vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 2005), van wie hij weet dat deze jonger is dan zestien jaar.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:

poging tot feitelijke aanranding van de eerbaarheid.

Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
een afbeelding, bevattende een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie hij weet, dat deze jonger is dan zestien jaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft via Instagram contact gezocht met een jong meisje, die haar leeftijd had verteld. Hij heeft haar vervolgens een foto van zijn stijve penis gestuurd en haar daarna gedurende een periode van ongeveer twee maanden stelselmatig door middel van bedreiging met onder andere seksueel geweld proberen te bewegen naaktfoto’s van zichzelf aan hem te sturen. Gebruikmakend van de op het openbare Instagram profiel van het slachtoffer zichtbare persoonlijke gegevens heeft de verdachte gedaan alsof hij het slachtoffer kende. Door haar te vertellen dat hij haar had achtervolgd en dat hij haar zou komen halen als zij geen naaktfoto’s aan hem zou sturen, heeft hij grote druk uitgeoefend op het slachtoffer. Het slachtoffer heeft verklaard dat zij bang was, slecht sliep en de deur niet meer uit durfde. Zij verkeerde daadwerkelijk in de veronderstelling dat de verdachte haar zou kunnen meenemen.
Het is de verdachte zeer kwalijk te nemen dat hij misbruik heeft gemaakt van het overwicht dat hij had door het leeftijdsverschil tussen hem en het slachtoffer. De verdachte heeft zijn eigen lustgevoelens vooropgesteld en heeft zich daarbij niet bekommerd om de gevolgen die hiervan voor het slachtoffer te verwachten waren. Kinderen behoren onbezorgd en beschermd op te groeien; dat is de verantwoordelijkheid van volwassenen. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van ontucht nog geruime tijd de psychische gevolgen ondervinden van wat hen is aangedaan.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 17 juli 2020, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, die evenwel geen relatie hebben met de bewezen verklaarde strafbare feiten. Het hof zal hiermee dan ook niet in strafverzwarende zin rekening houden. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte tevens aangegeven veel spijt te hebben van zijn daden.
Het hof constateert dat de zaak in hoger beroep niet binnen de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM is afgedaan. Het hof stelt vast dat namens de verdachte op 28 maart 2019 hoger beroep is ingesteld en dat het dossier pas op 2 juni 2020 bij het hof is binnengekomen. Dit maakt dat het dossier niet binnen 8 maanden na het instellen van het hoger beroep bij het hof is binnen gekomen en de redelijke termijn is overschreden. Gelet op de voortvarendheid van de behandeling door het hof en de op te leggen straf volstaat het hof met de constatering van de overschrijding van de redelijke termijn.
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting bepleit dat hij de noodzaak van het contactverbod met minderjarigen niet ziet en heeft verzocht om deze bijzondere voorwaarde niet over te nemen. Het hof wijst dat verzoek af omdat de behandeling van de verdachte tot op heden nog niet is gestart en hij ter terechtzitting in hoger beroep geen openheid van zaken heeft willen gegeven omtrent de achterliggende redenen van zijn gedrag. Dit maakt dat het hof reden ziet om ook het contactverbod zoals geëist op te leggen.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke taakstraf van na te melden duur, onder oplegging van de bijzondere voorwaarden in de vorm van een meldplicht, een behandelverplichting en een contactverbod met minderjarigen een passende en geboden reactie vormt.
Beslag
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat omtrent het inbeslaggenomen voorwerp overeenkomstig het bestreden vonnis zal worden beslist.
Het hof zal de in beslag genomen en nog niet teruggegeven Apple iPhone 4 verbeurd verklaren, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde is begaan. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24, 33, 33a, 45, 57, 63, 240a en 246 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Bepaalt dat een gedeelte van de taakstraf, groot
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat:
 de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of
 de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of
 de verdachte geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.

Stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:

 verplicht is zich gedurende de proeftijd te melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als de reclassering dit noodzakelijk acht;
 zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van De Waag te Rotterdam of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door Reclassering Nederland. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als Reclassering Nederland nodig vindt;
 contact met minderjarigen zal vermijden. Hij zal niet actief op zoek gaan naar contact met minderjarigen op internet en/of via sociale media en zal zorgdragen voor de aanwezigheid van een volwassenen bij contact met een minderjarige, de verdachte zal meewerken aan controles op de naleving van deze voorwaarde en verleent Reclassering Nederland en/of de politie desgevraagd toegang tot alle apparatuur en/of gegevensbestanden die daartoe redelijkerwijs moeten worden betrokken bij deze controle, zoals telefoons, digitale gegevensdragers en andere apparatuur.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Apple iPhone 4 zwart.
Dit arrest is gewezen door mr. L.F. Gerretsen-Visser,
mr. Th.P.L. Bot en mr. C.M. Derijks, in bijzijn van de griffier mr. C.M. Jellema.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 26 augustus 2020.