Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 11 augustus 2020
[appellante], handelend onder de naam [handelsnaam],
[geïntimeerde], handelend onder de naam [handelsnaam],
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Wat betreft de maand maart 2016 heeft [appellante] aangevoerd dat [geïntimeerde] geen zorg heeft verleend van 8 tot 12 maart 2016 en ook niet op 24 maart 2016, terwijl zij op die dagen wel uren declareert. [geïntimeerde] heeft één en ander niet concreet weersproken. Het hof zal daarom de op genoemde dagen vermelde blokken van 15 minuten in mindering brengen op de urenverantwoording. Dit betekent dat het aantal gewerkte uren in maart 2016 wordt vastgesteld op 24 uren min (19 x 15 minuten =) 4 uur en 45 minuten = 19 uren en 15 minuten.
Wat betreft april 2016 heeft [appellante] onweersproken gesteld dat [geïntimeerde] op 8 april 2016 geen zorg heeft verleend aan [de cliënte]. Het hof zal daarom het aantal gewerkte uren in april 2016 vaststellen op 23 uren min 45 minuten = 22 uren en 15 minuten.
Wat betreft de maand juni 2016 heeft [appellante] aangevoerd dat [geïntimeerde] op 6 juni 2016 geen zorg heeft verleend. Blijkens de urenverantwoording heeft [geïntimeerde] op 6 juni ook geen uren gedeclareerd. Het aantal gewerkte uren in juni 2016 blijft daarom 3.
Het hof stelt het totale aantal door [geïntimeerde] gewerkte uren gelet op het bovenstaande vast op 6 + 19 uur en 15 minuten + 22 uur en 15 minuten + 20 + 3 = 70 uur en 30 minuten. Grief 4 slaagt daarmee gedeeltelijk.
Beslissing
opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [appellante] om aan [geïntimeerde] tegen kwijting te betalen € 1.762,50, vermeerderd met de wettelijke handelsrente in de zin van art. 6:119a BW vanaf 7 juli 2016;
- veroordeelt [appellante] om aan [geïntimeerde] tegen kwijting te betalen een bedrag van € 533,00 voor buitengerechtelijke incassokosten;
- compenseert de proceskosten in de eerste aanleg, in die zin dat elke partij haar eigen kosten draagt;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van [appellante] tot op heden begroot op € 425,12 aan verschotten en € 1.518,- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.