ECLI:NL:GHDHA:2020:1406

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
16 juni 2020
Publicatiedatum
12 augustus 2020
Zaaknummer
2200383319
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal met strafmatigende omstandigheden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte is veroordeeld voor het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal, zoals bedoeld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. De feiten zijn als volgt: de verdachte heeft het slachtoffer heimelijk gefilmd met een verborgen camera terwijl zij vrijwillig seks had met anderen in zijn woning. De verdachte heeft deze beelden bekeken en daarmee ernstig misbruik gemaakt van het vertrouwen van het jonge slachtoffer. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd en de straf opgelegd, bestaande uit een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden en een taakstraf van 100 uren. De benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat onvoldoende concrete gegevens zijn aangedragen die psychische schade aantonen. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de reclassering. De verdachte heeft een blanco strafblad en heeft het feit van meet af aan bekend. Het hof heeft besloten dat de verdachte zich moet laten behandelen en zich moet houden aan bepaalde voorwaarden tijdens de proeftijd.

Uitspraak

Rolnummer: 22-003833-19
Parketnummer: 10-710142-18
Datum uitspraak: 16 juni 2020
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 12 juli 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam],

geboren te [geboorteplaats en -datum),
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 2 juni 2020.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en met de algemene en bijzondere voorwaarden als nader in het vonnis waarvan beroep omschreven. Voorts is een beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij als nader in het vonnis waarvan beroep omschreven.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2018 tot en met 18 mei 2018 te [pleegplaats], in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens
(een) (aantal/hoeveelheid) afbeelding(en), te weten (een) (aantal) foto('s) en/of (een)(aantal) video('s) en/of (een)(aantal) film(s) - en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten één of meer computer(s) (Acer N16c2) en/of (een) webcam en/of een videorecorder (Bascom Bsm-Pr4) en/of (een) mobiele telefoon(s) (Nokia C2), heeft vervaardigd en/of in bezit gehad, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]) en/of [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum]), was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en met de algemene en bijzondere voorwaarden als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven reeds omdat het hof komt tot een enigszins andere bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit. Voorts komt het hof tot een andere beslissingen ten aanzien van de strafoplegging en de vordering van de benadeelde partij.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode
van1 januari 2018 tot en met 18 mei 2018 te [pleegplaats]
, in elk geval in Nederland,meermalen
, althans eenmaal telkens
(een) (aantal/hoeveelheid)afbeelding
(en
), te weten
(een) (aantal)foto
('s
)en
/of (een)(aantal)video
('s
) en/of (een)(aantal) film(s) - en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten één of meer computer(s) (Acer N16c2) en/of (een) webcam en/of een videorecorder (Bascom Bsm-Pr4) en/of (een) mobiele telefoon(s) (Nokia C2),heeft vervaardigd en
/ofin bezit
heeftgehad, terwijl op die afbeelding
(en
) (een)seksuele gedraging
(en
)zichtbaar
is/zijn, waarbij
(telkens
) (een
)perso
(o
)n
(en)die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had
(den)bereikt, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum])
en/of [slachtoffer 2] (geboren op[geboortedatum]
), was
/warenbetrokken
of schijnbaar was/waren betrokken,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de
/eenhand
(en
)betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel
,en/ofde billen
en/of borstenvan een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen en het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. Tussen het minderjarige slachtoffer en de verdachte bestond een lange vertrouwensband en zij kwam regelmatig bij hem thuis.
De verdachte heeft het slachtoffer heimelijk met een verborgen camera gefilmd terwijl zij in zijn woning vrijwillig seks had met haar vriendjes. De verdachte heeft ook naar die beelden gekeken. Hierdoor heeft de verdachte ernstig misbruik gemaakt van het vertrouwen dat het jonge slachtoffer in hem had gesteld en hij heeft op grove wijze inbreuk gemaakt op dit vertrouwen alsmede op haar persoonlijke levenssfeer. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van het vervaardigen van dergelijk beeldmateriaal nog zeer lange tijd de nadelige psychische gevolgen daarvan kunnen ervaren. Ook de grote deuk in het vertrouwen zal voor het slachtoffer vergaande negatieve gevolgen hebben. De verdachte is hier volledig aan voorbij gegaan.
In strafmatigende zin heeft het hof echter meegewogen dat het hier gaat om een beperkte hoeveelheid kinderpornografisch materiaal en wel heimelijke beelden van vrijwillige seks tussen jeugdige partners. Niet is gebleken dat de verdachte deze beelden heeft verspreid of die intentie had en evenmin dat de verdachte het slachtoffer heeft aangezet tot de seksuele handelingen.
Het hof heeft voorts meegewogen dat de verdachte het feit van meet af aan heeft bekend en inzicht heeft getoond in zijn strafbaar handelen. Het hof gaat ervan uit dat hetgeen bewezen is verklaard een eenmalige gebeurtenis betreft en schat in, met de reclassering in na te noemen advies, dat het gevaar voor herhaling, mits de verdachte zich laat behandelen, laag is.
Het hof stelt vast dat de verdachte een blanco strafblad heeft.
Het hof neemt ten aanzien van de op te leggen straf voorts in aanmerking het advies van Reclassering Nederland d.d. 12 juli 2018 en hetgeen daarin staat vermeld omtrent de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, alsmede het daarin opgenomen advies om aan de verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen, met daaraan verbonden onder meer een behandelverplichting.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur alsmede een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormen.
Het hof zal aan het voorwaardelijk opgelegde strafdeel de hierna te noemen algemene en bijzondere voorwaarden verbinden.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer 1]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer 1], vertegenwoordigd door [gemachtigde], zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte ten laste gelegde, tot een bedrag van
€ 25.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot het in eerste aanleg toegewezen bedrag van € 1.000,-.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Met de raadsvrouw is het hof van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij onvoldoende is onderbouwd. Daarbij is het navolgende van belang.
Van de in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen.
Naar het oordeel van het hof doet laatstgenoemde situatie zich in casu niet voor, terwijl door en/of namens de benadeelde partij onvoldoende concrete gegevens (bijvoorbeeld in de vorm van medische stukken) zijn aangedragen waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade in de zin van geestelijk letsel is ontstaan.
Het hof zal dan ook bepalen dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
97 (zevenennegentig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
90 (negentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jaren
- aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden;
- of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.

Stelt als bijzondere voorwaarden:

- De veroordeelde meldt zich bij de reclassering op het adres [adres reclassering]. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo
vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
- De veroordeelde laat zich ambulant behandelen overeenkomstig de behandeling die uit de intake bij Fivoor of een soortgelijke zorgverlener volgt, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de
aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
- gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Het toezicht op deze voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van computers en andere apparatuur. De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens huisbezoeken.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte voorts tot een
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1]
niet-ontvankelijkin de vordering tot schadevergoeding en bepaalt dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit arrest is gewezen door mr. A.J.M. Kaptein, mr. I.E. de Vries en mr. B.P. de Boer, in bijzijn van de griffier mr. S. Hartog-Zamani.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 16 juni 2020.
Mr. B.P. de Boer en de griffier zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.