12. Het hof overweegt als volgt. Het hof vereenzelvigt zich met het oordeel van de kantonrechter in overweging 6.4 van het bestreden vonnis, dat het isoleren van de grondvloer, de werkzaamheden aan de mechanische ventilatie, het installeren van een HR-ketel [hof: dat is inclusief radiatoren] en het aanbrengen van nieuwe kozijnen met dubbel glas zijn aan te merken als renovatiewerkzaamheden. Ook is het hof ermee eens dat de werkzaamheden voor de verwijdering van asbest, met vernieuwing van de keuken, badkamer en toilet, en vervanging van deuren, kwalificeren als groot onderhoud.
12. Het gaat bij laatstgenoemde werkzaamheden immers om vervanging van de verouderde delen van het gehuurde, in het bijzonder de potentieel gevaarlijke asbesthoudende delen (er was asbest in de vloerafwerking, in het ventilatiekanaal, bij de kozijnen, in het metselwerk, op het achterbalkon, in ontluchtingskanalen en in de verbrandingstoestellen) en de open verbrandingsinstallaties. Na verwijdering hiervan moest de woning weer in bewoonbare staat worden teruggebracht, bij gelegenheid waarvan de verouderde en (deels) beschadigde keuken, badkamer en toilet zijn vervangen. Anders dan [appellant] in hoger beroep (wederom) aanvoert, kwalificeren voornoemde werkzaamheden niet als renovatie. Van renovatie is slechts sprake indien vernieuwing leidt tot een toename van het woongenot. Bij (noodzakelijke) vervanging van verouderd materiaal is hiervan doorgaans geen sprake, waarbij overigens geldt dat de ‘toename van woongenot’ objectief moet kunnen worden vastgesteld. Anders dan [appellant] lijkt te veronderstellen, is (enkel) zijn persoonlijke beleving, zoals een ‘veilig gevoel’ door de verwijdering van het asbest, hiervoor onvoldoende.
12. Daarnaast geldt dat het verwijderen van asbest, zijnde een (latent) gebrek, aan het gehuurde, in beginsel altijd dringend is. Aan [appellant] kan worden toegegeven dat het asbest, indien het onbeschadigd blijft, nog jaren in het gehuurde kan blijven zitten, maar dit laat onverlet dat Staedion het verwijderen hiervan niet zonder nadeel kan uitstellen. Op het moment dat het asbest beschadigd raakt (bijvoorbeeld in geval van een brand) en vrij komt, leidt dit immers tot risico’s voor de gezondheid van de huurder en derden.