ECLI:NL:GHDHA:2020:1356

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
27 juli 2020
Publicatiedatum
27 juli 2020
Zaaknummer
2200261918
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging en baldadigheid tijdens voetbalrellen in Rotterdam

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 27 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van openlijke geweldpleging, maar de officier van justitie stelde hoger beroep in. De zaak betreft rellen die plaatsvonden op 7 mei 2017 in Rotterdam, na de verloren wedstrijd van Feyenoord tegen Excelsior. Tijdens deze rellen werden politieagenten en -voertuigen aangevallen met verschillende voorwerpen, waaronder flessen, blikjes en stenen. Het hof heeft de herkenning van de verdachte op basis van camerabeelden en een arrestantenfoto beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte inderdaad de persoon was die op de beelden te zien was. Het hof oordeelde dat de verdachte openlijk in vereniging geweld had gepleegd en dat hij zich schuldig had gemaakt aan baldadigheid. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur en een geldboete van € 360,00. Het hof heeft ook vastgesteld dat de behandeling van de zaak niet binnen de redelijke termijn heeft plaatsgevonden, maar besloot dat dit geen gevolgen zou hebben voor de straf.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002619-18
Parketnummer: 10-741210-17
Datum uitspraak: 27 juli 2020
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 8 juni 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 7 mei 2017 te Rotterdam, op of aan de openbare weg(en), de Coolsingel en/of de Lijnbaan en/of de Korte Lijnbaan en/of het Rode Zand en/of de Meent en/of het Stadhuisplein en/of het Beursplein en/of de Karel Doormanstraat en/of het Binnenwegplein en/of de Van Oldebarneveltstraat en/of de Van Oldebarneveltplaats en/of de Oude Binnenweg, in elk geval op of aan (een) openbare weg(en),
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en/of goederen,
welk geweld bestond uit het
- meermalen, althans éénmaal (telkens) (met kracht) naar, althans in de richting van, één of meer politie-agent(en) en/of politievoertuig(en) en/of politiepaard(en) gooien met
(een) (glazen) flesje(s) en/of
(een) blikje(s) en/of
(een) ste(e)n(en) en/of
(een) de(e)l(en) van (een) stoeptegel(s) en/of (een) stoeptegel(s) en/of
(een) fiets(en) en/of (een) pilon(nen) en/of
(een) hek(ken) en/of (een) ijzeren pa(a)l(en) en/of
(een) verkeersbord(en) en/of (een) parasolvoet(en) en/of (een) (plastic) stoel(en) en/of (een) reclamebord(en) en/of
(een) brandende fakkel(s) en/of vuurwerk en/of
(een) ander(e) voorwerp(en)
en/of
- meermalen, althans éénmaal, gooien van (een) hek(ken) en/of (een) ander(e) voorwerp(en) op de rijbaan om de politie-agent(en) en/of politievoertuig(en) en/of politiepaard(en) tegen te houden en/of te belemmeren
en/of
- meermalen, althans éénmaal, zoeken van de confrontatie met de politie-agenten en/of vertonen van agressief gedrag en/of op luide (agressieve) toon roepen van de woorden: "Rotterdam Hooligans" en/of "Kankerjoden", althans woorden van gelijke (opruiende) aard en/of strekking
en/of
- meermalen, althans éénmaal, trappen tegen (een) hek(ken) en/of (een) politievoertuig(en)
en/of
hij op of omstreeks 7 mei 2017 te Rotterdam, op of aan de openbare weg, te weten op de Kruiskade en/of Coolsingel, althans op enige voor het publiek toegankelijke plaats, tegen personen en/of goederen, te weten één of meer lid/leden van de Mobiele Eenheid en/of politiefunctionarissen en/of politievoertuig(en), baldadigheid heeft gepleegd, waardoor gevaar of nadeel kon worden teweeggebracht, bestaande die baldadigheid uit het (in de richting van die lid/leden van de Mobiele Eenheid en/of politiefunctionarissen en/of politievoertuig(en)) gooien van een (bier)blikje en/of een steen.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van de openlijke geweldpleging zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis, met aftrek van voorarrest, en ter zake van de baldadigheid tot een geldboete ter hoogte van € 360,00.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Gevoerd verweer
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat herkenning van de verdachte op basis van de beelden niet mogelijk is, zodat de verdachte, bij gebrek aan voldoende wettig bewijs, dient te worden vrijgesproken van de openlijke geweldpleging op het Rode zand en/of de Meent.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Na afloop van de wedstijd Feyenoord tegen Excelsior op 7 mei 2017, waarbij Feyenoord de landstitel na 18 jaar veilig had kunnen stellen maar verloor, braken er ongeregeldheden uit welke onder meer bestonden uit het gooien van flessen, blikjes, stenen, stoelen, fietsen, hekken, verkeersborden, vuurwerk, brandende fakkels en andere voorwerpen naar de Mobiele Eenheid (hierna: ME).
Van deze ongeregeldheden zijn onder andere camerabeelden gemaakt. De bij de ongeregeldheden betrokken personen zijn door de politie van een letter, te weten een “V”, en een nummer voorzien. Eén van deze personen is door de politie op de camerabeelden aangeduid als “V33”.
Het hof overweegt dat zowel de als “V33” aangeduide persoon op de camerabeelden als de verdachte op de door de advocaat-generaal overgelegde arrestantenfoto van de verdachte volledig zichtbaar is, zowel wat betreft zijn gezicht, als wat betreft zijn postuur en kleding.
Zowel de camerabeelden als de arrestantenfoto zijn van (ruim) voldoende kwaliteit om daarop een herkenning te baseren.
Het hof heeft ter terechtzitting in hoger beroep het gezicht van de verdachte vergeleken met het gezicht van persoon “V33”, en – heeft vastgesteld - anders dan de raadsvrouw - dat het gezicht van de verdachte op kenmerkende punten - zoals de vorm van zijn gezicht en zijn haargrens - sterke overeenkomsten vertoont met het gezicht van persoon “V33” op de camerabeelden.
Het hof heeft voorts waargenomen dat de kleding van persoon “V33”, een donker(e) shirt/trui met een Nike logo en aan de onderkant een dunne witte band, een donkere spijkerbroek en zwarte schoenen, overeenkomt met de kleding die de verdachte aan had ten tijde van zijn arrestantenfoto, welke is gemaakt op 7 mei 2017. Tevens blijkt uit het verhoor van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep dat hij ten tijde van het gooien van voorwerpen naar de Mobiele Eenheid (hierna: ME) een blauw Feyenoordjasje droeg, soortgelijk aan het jasje dat “V33” blijkens de camerabeelden op 7 mei 2017 droeg.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen stelt het hof vast dat de verdachte persoon “V33” is, die te zien is op de camerabeelden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks7 mei 2017 te Rotterdam, op
of aande openbare weg
(en), de Coolsingel en/of de Lijnbaan en/of de Korte Lijnbaan en/ofhet Rode Zand en/of de Meent
en/of het Stadhuisplein en/of het Beursplein en/of de Karel Doormanstraat en/of het Binnenwegplein en/of de Van
Oldebarneveltstraat en/of de Van Oldebarneveltplaats en/of de Oude Binnenweg, in elk geval op of aan (een) openbare weg(en),
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en/of goederen,
welk geweld bestond uit het
- meermalen,
althans éénmaal (telkens) (met kracht)
naar, althansin de richting van, één of meer politie-agent(en) en/of politievoertuig(en)
en/of politiepaard(en)gooien met
(een)
(glazen)flesje
(s)en/of
(een)blikje
(s
)en/of
(een) ste(e)n(en) en/of
(een) de(e)l(en) van (een) stoeptegel(s) en/of (een) stoeptegel(s) en/of
(een
)fiets
(en)en/of
(een) pilon(nen) en/of
(een) hek(ken) en/of (een) ijzeren pa(a)l(en) en/of
(een) verkeersbord(en) en/of (een) parasolvoet(en) en/of
(een) (plastic) stoel(en) en/of (een) reclamebord(en) en/of
(een) brandende fakkel(s) en/of vuurwerk en/of
(een) ander(e) voorwerp(en);
en/of
- meermalen, althans éénmaal, gooien van (een) hek(ken) en/of (een) ander(e) voorwerp(en) op de rijbaan om de politie-agent(en) en/of politievoertuig(en) en/of politiepaard(en) tegen te houden en/of te belemmeren
en/of
- meermalen, althans éénmaal, zoeken van de confrontatie met de politie-agenten en/of vertonen van agressief gedrag en/of op luide (agressieve) toon roepen van de woorden: "Rotterdam Hooligans" en/of "Kankerjoden", althans woorden van gelijke (opruiende) aard en/of strekking
en/of
- meermalen, althans éénmaal, trappen tegen (een) hek(ken) en/of (een) politievoertuig(en);
en
/of
hij op
of omstreeks7 mei 2017 te Rotterdam,
op of aan de openbare weg, te wetenop de Kruiskade
en/of Coolsingel, althans op enige voor het publiek toegankelijke plaats, tegen
personen en/ofgoederen, te weten
één of meer lid/leden van de Mobiele Eenheid en/of politiefunctionarissen en/ofeenpolitievoertuig
(en),baldadigheid heeft gepleegd, waardoor gevaar of nadeel kon worden teweeggebracht, bestaande die baldadigheid uit het (in de richting van
die lid/leden van de Mobiele Eenheid en/of politiefunctionarissen en/ofdatpolitievoertuig
(en))gooien van
een (bier)blikje en/ofeen steen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Met de advocaat-generaal en de raadsvrouw is het hof van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van openlijk geweld dat die dag is gepleegd op andere locaties in Rotterdam, dan die waar de verdachte zich heeft bevonden.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:

openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en/of goederen

en

straatschenderij

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
In 2017 werd Feyenoord na 18 jaar landskampioen. Op
7 mei 2017 had de voetbalclub die titel reeds veilig kunnen stellen, ware het niet dat Feyenoord die dag verloor van Excelsior, waarna op meerdere plekken in de binnenstad van Rotterdam rellen zijn uitgebroken.
De verdachte heeft aan die ongeregeldheden in de stad een aanzienlijke bijdrage geleverd door eerst met een groep personen gedurende langere tijd openlijk in vereniging geweld te plegen tegen de politie en vervolgens elders zich schuldig te maken aan baldadigheid op een wijze zoals hiervoor bewezen is verklaard. De verdachte heeft door aldus te handelen de openbare orde verstoord, een ontoelaatbare inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit van deze politieambtenaren en tevens blijk gegeven van een gebrek aan respect voor het bevoegd gezag. Bovendien is de openbare orde in ernstige mate verstoord, hetgeen bijdraagt aan toenemende gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 19 juni 2020, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een andersoortig strafbaar feit.
Het hof heeft tevens acht geslagen op de omstandigheid dat de behandeling van de zaak niet heeft plaatsgevonden binnen de redelijke termijn in de zin van artikel 6, eerste lid, van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, immers de redelijke termijn van berechting in hoger beroep is overschreden. Gelet echter op de relatief geringe mate van overschrijding, behoeven hieraan geen consequenties te worden verbonden en zal het hof volstaan met de constatering van dit verzuim.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur alsmede een geldboete van na de melden hoogte een passende en geboden reactie vormt.
Het hof heeft bij de vaststelling van de geldboete rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte.
Bevel tot voorlopige hechtenis
Het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte is op 10 mei 2017 geschorst. De rechtbank heeft verzuimd een beslissing te geven omtrent dit bevel. Het hof zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opheffen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 23, 24, 24c, 62, 63, 141 en 424 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte ten aanzien van de openlijke geweldpleging tot een
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte ten aanzien van de staatschenderij tot een
geldboetevan
€ 360,00 (driehonderdzestig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis.
Heft op het geschorste bevel voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit arrest is gewezen door mr. F.P. Geelhoed,
mr. R.F. de Knoop en mr. L.A. Pit, in bijzijn van de griffier mr. C.M. Jellema.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 27 juli 2020.
mr. L.A. Pit is buiten staat dit arrest te ondertekenen.