De feiten
2. [appellant] en zijn ex-partner (tevens medegedaagde in eerste aanleg), mevrouw [ex-partner] (hierna: [ex-partner]), hebben in 1999 van de gemeente [gemeente] (hierna: de gemeente) een boerderij met schuren, erf en tuin gekocht, gelegen aan de [adres] (hierna: het perceel). Het perceel is in oktober 1999 geleverd.
3. In de bodem van het perceel bevonden zich op het moment van levering lege gierkelders, terwijl op het perceel opstallen stonden waarvan de daken waren bedekt met asbesthoudende golfplaten.
4. De akte van levering vermeldt in artikel 7, lid 6, voor zover hier relevant, het volgende: “
Het is koper bekend, dat de bij deze gekochte opstallen (…) zijn gedekt met asbestcementgolfplaten (…).”
5. Na de levering heeft [appellant] een deel van de opstallen gesloopt. Het hierbij vrijgekomen puin heeft hij (in ieder geval deels) in de gierkelders gestort. Ook [appellant] oom en tante hebben, met toestemming van [appellant], in de gierkelders bouwafval gestort van een huis dat zij in dezelfde periode aan het afbreken waren.
6. [appellant] heeft bij de sloop zelf asbesthoudende golfplaten van het dak van de opstallen verwijderd. Na hierover te zijn aangesproken door de gemeente, heeft [appellant] Oranje Milieutechniek B.V. (hierna: Oranje Milieutechniek) opdracht gegeven om (resterende) asbestverwijderingswerkzaamheden te verrichten. Deze werkzaamheden worden in het “
projectwerkplan” van Oranje Milieutechniek als volgt omschreven:
“
1. Het afvoeren van de reeds door u gesaneerde asbesthoudende golfplaten op pallets ter plaatse van de parkeergelegenheid.
2. Het afvoeren van asbesthoudende golfplaten op pallets in het weiland achter de parkeergelegenheid.”
7. Oranje Milieutechniek heeft de hierboven genoemde werkzaamheden op 19 mei 2000 uitgevoerd. Nog dezelfde dag is door [naam B.V. 1] Environmental Services B.V., een adviesbureau voor asbest en milieuzaken (hierna: [naam B.V. 1]), een visuele inspectie op het perceel uitgevoerd. Daarbij werd geconcludeerd dat de geïnspecteerde oppervlakte vrij was van visueel waarneembare asbestverdachte materialen. Op dat moment waren de gierkelders al door [appellant] afgesloten.
8. [appellant] heeft vervolgens op het perceel een manege met paardenstallen gerealiseerd.
9. In november 2007 heeft Maasdelta het perceel (met de hierop door [appellant] gerealiseerde opstallen) van [ex-partner] en [appellant] gekocht voor de prijs van € 1.150.000,--. In de leveringsakte staat in artikel 5 (getiteld “
verklaring/garantie van verkoper”) onder sub g: “
dat, voor zover aan verkoper bekend, in het verkochte geen asbest is (of asbesthoudende materialen zijn) verwerkt”.
10. Bij voorbereidende graaf- en sloopwerkzaamheden in het kader van voorgenomen nieuwbouw heeft de door Maasdelta ingeschakelde aannemer, Bouw- en aannemingsbedrijf [naam B.V. 2] B.V. (hierna: [naam B.V. 2]), eind 2014 de gierkelders ontdekt. [naam B.V. 2] heeft hierop achtereenvolgens BK Bodem B.V. (hierna: BK Bodem) en BK Asbest B.V. (hierna: BK Asbest) ingeschakeld om het aangetroffen puin te analyseren.
11. BK Bodem schrijft in haar rapportage van 22 november 2014:
“
Op de locatie is de bestaande bebouwing gesloopt. Tijdens het slopen zijn kelders aangetroffen welke gedempt zijn met puin. Tijdens het veldwerk is geconcludeerd dat het vermoedelijk om een viertal kelders gaat, maar de scheidingen zijn moeilijk waarneembaar. Per kelder zijn met behulp van een hydraulische kraan twee grepen van het materiaal genomen. In totaal zijn acht grepen genomen (01 t/m 08). Elke greep is visueel geïnspecteerd op het voorkomen van asbest. Visueel is in één greep (04) asbestverdacht materiaal aangetroffen welke is meegenomen voor analyse (…).”
12. Vervolgens heeft BK Asbest het aangetroffen mogelijk asbesthoudend materiaal nader geanalyseerd. BK Asbest heeft haar bevindingen gepubliceerd in een rapport d.d. 28 januari 2015 dat onder meer het volgende inhoudt:
“
Het onderzoek betreft het inventariseren van een gierkelder, waarbij asbesthoudend materiaal tussen het puin is aangetroffen.(…)Onder het reeds gesloopte bouwwerk is een gierkelder aangetroffen. In de gierkelder is puin aangetroffen, waar zich tevens hechtgebonden asbesthoudende plaatmaterialen Tussen bevinden. Er zijn tevens asbesthoudende fragmenten golfplaten aangetroffen (…).
(…)geadviseerd wordt om het onderzoeksgebied zoals aangegeven op tekening af te zetten met asbestwaarschuwingslint. Het totale te saneren gebied bedraagt circa 900mHet asbesthoudende materiaal inclusief puin dient als asbesthoudend afval te worden afgevoerd.”
13. Bij brief van 19 januari 2015 heeft Maasdelta [appellant] aansprakelijk gesteld voor de schade die volgens haar is ontstaan als gevolg van het op het perceel aangetroffen asbest.
14. Bij brief van 25 februari 2015 heeft de raadsman van [appellant] aan Maasdelta geschreven dat [appellant] niet bekend is met enig asbest op het perceel en iedere aansprakelijkheid van de hand wijst.
15. Maasdelta heeft vervolgens [ex-partner] en [appellant] in rechte betrokken.