Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- het procesdossier van de eerste aanleg;
- het vonnis in incident van de rechtbank Rotterdam van 12 december 2018;
- de dagvaarding in hoger beroep van 8 maart 2019 en het anticipatie-exploot van 22 maart 2019;
- de memorie van grieven van OL Holding;
- de memorie van antwoord van BGL;
- de akte na memorie van antwoord van OL Holding;
- de antwoordakte van BGL.
2.Het geschil en de beslissing van de rechtbank
primairworden aangesproken omdat zij op de hoogte is gesteld van de cessie aan [cessionaris] en zij desondanks heeft toegelaten dat [cedent] geld opnam of overboekte van zijn rekening, terwijl alleen maar bevrijdend kon worden betaald aan [cessionaris]. Indien BGL van mening was dat de cessie jegens haar geen rechtsgevolg had, geldt
subsidiairdat BGL onrechtmatig heeft gehandeld omdat zij [cessionaris] jarenlang in de waan heeft gelaten dat wel sprake was van een geldige cessie. Daarmee heeft zij [cessionaris] de kans ontnomen om op een andere manier zekerheid te krijgen voor zijn vordering op [cedent].
3.De beoordeling in hoger beroep
“Die Gerichte des Grosshertzogtums Luxemburg sind allein zuständig für alle Streitigkeiten zwischen dem Kunden und der Bank”.
“Der (…) Unterzeichner erkennt (…) an, ein Exemplar der “Allgemeinen Geschäftsbedingungen” erhalten zu haben.”en [cedent] heeft zijn handtekening zelfs deels over deze tekst geplaatst. Hiertegenover is de opmerking van OL Holding “dat het vreemd is” dat [cedent] niet ook nog het door BGL overgelegde exemplaar van de algemene voorwaarden in de daarvoor bestemde ruimte voor ontvangst heeft getekend, onvoldoende als betwisting van de ontvangst van de voorwaarden door [cedent]. Ook het argument van OL Holding dat de forumkeuze niet in een voor [cedent] begrijpelijke taal is gesteld slaagt niet. OL Holding heeft namelijk op geen enkele wijze nader onderbouwd dat [cedent], die de in het Duits gestelde overeenkomst met BGL in Luxemburg heeft ondertekend, geen Duits begreep. De conclusie is dat ervan uit kan worden gegaan dat tussen BGL en [cedent] wilsovereenstemming bestond over het forumkeuzebeding zoals vereist door artikel 25 van de verordening.
sind allein zuständig”). Dit betekent dat alleen die rechter bevoegd is en dat de Nederlandse rechter verplicht is om zich onbevoegd te verklaren ten aanzien van de vorderingen van OL Holding die onder dit beding vallen.