Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij in of omstreeks de periode tussen 3 september 2014 en 5 september 2014 te Den Haag opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 16,8 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
of omstreeks3 september 2014 te Leiden en/of Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg
en/of elders in Nederlandtezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers
heeft/hebben hij verdachte en
/ofzijn mededader
(s)die [slachtoffer]
(met gebruikmaking van de aanwezigheid van een grote hond):
(vervolgens)verhinderd
dieeenauto te verlaten en
/of
hij in
of omstreeksde periode tussen 3 september 2014 en 5 september 2014 te Den Haag opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 16,8 gram cocaïne,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
[slachtoffer]. De verdachte en zijn medeverdachte hebben het slachtoffer, nadat hij in de auto van de verdachte is beland, van zijn vrijheid beroofd en/of beroofd gehouden door te verhinderen dat hij die auto zou verlaten en door hem te dwingen mee te rijden naar Leidschendam. Het slachtoffer is op enig moment uit de auto gevlucht en door de medeverdachte neergeschoten, waardoor het slachtoffer uiteindelijk is komen te overlijden. Door aldus te handelen heeft de verdachte het slachtoffer belemmerd in zijn persoonlijke bewegingsvrijheid en een grove inbreuk gemaakt op zijn lichamelijke en geestelijke integriteit. Een dergelijk feit wordt door slachtoffers bovendien als zeer bedreigend en beangstigend ervaren.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.