Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 3 september 2017, in elk geval in of omstreeks de maand september in 2017 te Capelle aan den IJssel zijn echtgenoot/echtgenote, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door deze meermalen, althans eenmaal, op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan, stompen en/of schoppen;
Inleiding
Standpunt van de verdediging
Beoordeling door het hof
hoofdwaarts) levert naar oordeel van het hof reeds een aanmerkelijke kans op de dood op. Dat deze verwonding niet heel diep is en niet tot de dood heeft geleid, doet daaraan niet af.
- De verdachte en het slachtoffer op de avond van 14 februari 2018 onenigheid hebben gehad.
- Diezelfde avond heeft de verdachte telefonisch bij [getuige 1] zijn voornemen om het slachtoffer neer te steken en hem te vermoorden uitgesproken.
- [getuige 1] heeft daarop voor de veiligheid van het slachtoffer om 22:08 uur via een spraakbericht gewaarschuwd voor haar vader.
- Vervolgens is de verdachte om 22:14 uur met een puntig, éénzijdig snijdend voorwerp op pad gegaan om het slachtoffer om het leven te brengen.
- Tijdens de 8 minuten durende autorit richting de Mombassaplaats is de verdachte niet tot een ander voornemen gekomen.
- De verdachte heeft zijn auto om 22:22 uur zelfs bewust geparkeerd op enige afstand van de plaats delict en hij is vervolgens lopend naar het huis van het slachtoffer toegegaan.
- Hier aangekomen heeft hij, gelet op het tijdsverloop, het slachtoffer direct neergestoken en is hij er vervolgens vandoor gegaan.
hij in
of omstreeksde periode van 14 februari 2018 tot en met 16 februari 2018 te Rotterdam opzettelijk en met voorbedachte
nrade,
althans opzettelijkeen persoon genaamd [slachtoffer 1] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte opzettelijk
(met kracht
) (meermalen
)met
een mes, althanseen scherp en
/ofpuntig voorwerp
,gestoken
/gesnedenin het rechter bovenbeen en
/ofhet linker bovenbeen en
/ofde (boven)buik,
althans (telkens) in het lichaamvan [slachtoffer 1], ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer 1] op 16 februari 2018 is overleden.
moord.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) jaren.
Vordering van de [benadeelde partij 1]
€ 3.408,33 (drieduizend vierhonderdacht euro en drieëndertig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 90,00 (negentig euro)aan materiële schade
niet-ontvankelijkin de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
gijzelingop ten hoogste
44 (vierenveertig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
16 februari 2018.
Vordering van de [benadeelde partij 2]
Vordering van de [benadeelde partij 3]
€ 4.795,00 (vierduizend zevenhonderdvijfennegentig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
57 (zevenenvijftig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
16 februari 2018.
Vordering van de [benadeelde partij 4]
€ 5.405,78 (vijfduizend vierhonderdvijf euro en achtenzeventig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
62 (tweeënzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
16 februari 2018.