ECLI:NL:GHDHA:2020:1132

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
28 mei 2020
Publicatiedatum
1 juli 2020
Zaaknummer
2200454019
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de betekening van de appeldagvaarding in hoger beroep wegens gebrek aan vertaling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 mei 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in Bulgarije en woonachtig in Bulgarije, had in de eerdere fase van de procedure bijstand van een tolk in de Turkse taal. Dit leidde tot de vraag of de verdachte de Nederlandse taal voldoende beheerst. De appeldagvaarding was niet vertaald in het Bulgaars, noch was er een vertaling in de Turkse taal bijgevoegd, wat in strijd is met artikel 36e lid 3 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het hof oordeelde dat de betekening van de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard moest worden, omdat de uitreiking niet overeenkomstig de geldende betekeningsvoorschriften had plaatsgevonden. De verdachte was niet verschenen op de zitting en er was geen bewijs dat hij op de hoogte was van de zittingsdatum. Het hof concludeerde dat de nietigheid van de betekening van de appeldagvaarding gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004540-19
Parketnummer(s): 10-129680-19
Datum uitspraak: 28 mei 2020

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 18 september 2019 in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam],

geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] (Bulgarije),
wonende te [adres].
Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep
Ter terechtzitting in hoger beroep van 28 mei 2020 is gebleken dat de dagvaarding weliswaar tijdig naar het BRP-adres van de verdachte in Bulgarije is verzonden, maar dat in strijd met hetgeen is bepaald in artikel 36e lid 3 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) de appeldagvaarding niet is vertaald in het Bulgaars dan wel was voorzien van een vertaling in de Turkse taal, de taal waarin de verdachte tot op heden in het kader van deze strafzaak steeds is gehoord. Gelet op de nationaliteit van de verdachte en bijstand die de verdachte zowel bij de politie als ook op de zitting in eerste aanleg heeft gehad van een tolk in de Turkse taal, rijst het ernstige vermoeden dat de verdachte de Nederlandse taal niet (voldoende) beheerst.
Artikel 36n lid 1 Sv bepaalt dat, indien de uitreiking niet is geschied overeenkomstig de van toepassing zijnde betekeningsvoorschriften, de rechter de betekening nietig kan verklaren.
Gelet op het voorgaande zal het hof, nu de verdachte niet ter terechtzitting in hoger beroep is verschenen, niet is gebleken van een andere omstandigheid waaruit voortvloeit dat de verdachte tevoren met de dag van die terechtzitting bekend was en zich evenmin een raadsman heeft gesteld, de betekening van de appeldagvaarding nietig verklaren.
BESLISSING:
Het hof:
Verklaart de betekening van de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door mr. H. van den Heuvel,
mr. B.P. de Boer en mr. F.P. Geelhoed, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 mei 2020.
Mr. H. van den Heuvel en mr. F.P. Geelhoed zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.