ECLI:NL:GHDHA:2020:1042
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling minderjarige na veroordeling moeder voor kindermishandeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De moeder, die is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien maanden voor mishandeling van een kind, heeft samen met de vader hoger beroep aangetekend tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 14 februari 2020, die de ondertoezichtstelling had verlengd. De ouders betogen dat de minderjarige niet ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd en dat zij in staat zijn om zelf passende hulpverlening te vinden. De gecertificeerde instelling, Jeugdbescherming West, verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat er een ernstige ontwikkelingsbedreiging is voor de minderjarige, gezien de veroordeling van de moeder en het gebrek aan inzicht in haar persoonlijkheid.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat de gronden voor de verlenging van de ondertoezichtstelling aanwezig zijn, vooral gezien de veroordeling van de moeder voor kindermishandeling en het gebrek aan openheid over haar verleden. De ouders hebben geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de rechtbank en stelt dat de ondertoezichtstelling van de minderjarige moet worden voortgezet, om de veiligheid en ontwikkeling van het kind te waarborgen.