ECLI:NL:GHDHA:2019:906

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2019
Publicatiedatum
26 april 2019
Zaaknummer
200.257.560/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbesteding van datadiensten en de overdracht van auteursrechten door de Staat der Nederlanden

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag werd behandeld, ging het om een hoger beroep in een kort geding dat was ingesteld door SkyGeo Netherlands B.V. tegen de Staat der Nederlanden. De zaak betrof een aanbesteding voor het verwerken van satellietradardata tot deformatiekaarten voor Nederland, waarbij de Staat eiste dat inschrijvers hun auteursrechten op de resultaten van de opgedragen diensten aan de Staat zouden overdragen. SkyGeo stelde dat deze eis onrechtmatig was, omdat het de markt voor de exploitatie van de data zou ondermijnen en in strijd zou zijn met verschillende wetten, waaronder de Wet hergebruik overheidsinformatie (Who) en de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Het hof oordeelde dat de Staat niet in strijd handelde met de genoemde wetten en dat de eis om auteursrechten over te dragen niet onrechtmatig was. Het hof stelde vast dat de Staat een redelijk belang had bij de overdracht van auteursrechten om zijn wettelijke taken uit te voeren en dat de openbaarmaking van de data ook in het belang van de burgers was. SkyGeo had onvoldoende aangetoond dat haar marktpositie onevenredig zou worden aangetast door de eis van de Staat.

De uitspraak van de voorzieningenrechter werd bekrachtigd, en SkyGeo werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Het hof concludeerde dat alle gronden voor het gestelde onrechtmatig handelen van de Staat faalden, en dat het voorwaardelijk incidenteel appel niet meer hoefde te worden behandeld. De kosten van het hoger beroep werden vastgesteld en moesten binnen 14 dagen na de uitspraak worden voldaan, met wettelijke rente bij gebreke van tijdige betaling.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.257.560/01
Zaaknummer rechtbank : C/09/567667 / KG ZA 19/107
PROCES-VERBAAL VAN DE PLEIDOOIZITTING EN MONDELINGE UITSPRAAK,
gehouden op 25 april 2019 te 13.30 uur.
Zitting hebben mrs. P. Glazener, voorzitter, M.Y. Bonneur en G. Dulek-Schermers, leden
bijgestaan door de griffier mr. R.L. Bakels,

in de zaak met bovenvermeld zaaknummer van:

SkyGeo Netherlands B.V.,

gevestigd te Delft
appellante in het principaal beroep,
verweerster in het incidenteel beroep,
nader te noemen: SkyGeo,
advocaat: mr. B. Braat te Amsterdam,
tegen:

de Staat der Nederlanden (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat),

gevestigd te Den Haag,
geïntimeerde in het principaal beroep,
appellante in het incidenteel beroep,
hierna te noemen: de Staat,
advocaten: mrs. A.C.M. Remmé en F.J. Lewis te Utrecht.
Verschenen zijn (…..)
Na schorsing doet het hof mondeling uitspraak als volgt:
1. De feiten vastgesteld door de voorzieningenrechter in de rechtbank Den Haag in het bestreden vonnis van 27 maart 2019 zijn niet bestreden, zodat het hof daarvan uitgaat. Het gaat in deze zaak kort gezegd om het volgende. De Staat (Rijkswaterstaat en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat) heeft op 22 oktober 2018 een aanbesteding uitgeschreven voor het verwerken van (satelliet)radardata tot deformatiekaart(en) voor Nederland en binnen Nederland gelegen gebieden. Op deze aanbesteding zijn de ARVODI-voorwaarden van toepassing verklaard. Artikel 24 van de ARVODI-voorwaarden bepaalt dat alle auteursrechten van de opdrachtnemer ten aanzien van de resultaten van de opgedragen diensten op het moment van het ontstaan daarvan aan de Staat worden overgedragen. De vordering van SkyGeo is erop gericht dat het de Staat wordt verboden de aanbestedingsprocedure voort te zetten met toepassing van deze bepaling. De vordering van SkyGeo is afgewezen door de voorzieningenrechter, met veroordeling van SkyGeo in de kosten. SkyGeo heeft hoger beroep ingesteld en verzocht de zaak als turbospoedappel te behandelen. De Staat heeft verweer gevoerd en voorwaardelijk incidenteel appel ingesteld tegen de overweging van de voorzieningenrechter dat tussen partijen niet in geschil is dat op de door inschrijvers te leveren dataset intellectuele eigendomsrechten rusten.
2. Het principaal appel gaat om de vraag of het de Staat is toegestaan van inschrijvers te verlangen dat zij hun auteursrechten op de door hen te produceren deformatiekaarten (hierna: het Informatieproduct) aan de Staat overdragen, om vervolgens het Informatieproduct openbaar te maken. Volgens SkyGeo is deze handelwijze van de Staat onrechtmatig, want in strijd met de Wet hergebruik overheidsinformatie (Who), de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en algemene beginselen van behoorlijk bestuur (met name het zorgvuldigheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel en het evenredigheidsbeginsel), het Handvest van de Europese Unie (met name het evenredigheidsbeginsel, voortvloeiend uit de artikelen 16 en 17 van het Handvest) en het aanbestedingsrecht (met name het aanbestedingsrechtelijke proportionaliteitsbeginsel, uitgewerkt in de Gids proportionaliteit).
3. De Who en de Wob hebben betrekking op de voorwaarden waaronder de overheid informatie aan derden ter beschikking dient te stellen. Deze wetten verbieden de Staat niet om van inschrijvers te verlangen dat zij intellectuele eigendomsrechten op de resultaten van de aan hen opgedragen diensten aan de Staat overdragen, en ook niet om deze resultaten vervolgens openbaar te maken.
4. De Staat handelt evenmin in strijd met de rechtsbeginselen waarop SkyGeo zich beroept.
5. In de stellingen van SkyGeo staat het evenredigheidsbeginsel centraal, en de belangenafweging die in dat verband moet plaatsvinden. Daarbij gaat het aan de ene kant om het belang van de Staat bij het onbelemmerde (niet door auteursrechten beperkte) gebruik van de uitgevraagde data en de openbaarmaking daarvan, en aan de andere kant het belang van SkyGeo dat haar bedrijfsbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
6. De Staat heeft er een redelijk belang bij om zich de auteursrechten op het Informatieproduct te laten overdragen, teneinde over het Informatieproduct te kunnen beschikken bij de uitoefening van zijn wettelijke taken. Verder heeft de Staat naar het voorlopig oordeel van het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat hij er belang bij kan hebben om het Informatieproduct openbaar toegankelijk te maken, nu naast de Staat ook burgers te maken kunnen krijgen met bodembewegingen, en het Informatieproduct burgers kan helpen om met deze bodembewegingen om te gaan.
7. Ten aanzien van perceel 2 is op dit moment nog niet duidelijk of en zo ja onder welke voorwaarden, de uit te vragen data openbaar zullen worden gemaakt. Daarom is voor de gevraagde voorlopige voorziening ten aanzien van perceel 2 op dit moment geen plaats.
8. Naar het voorlopig oordeel van het hof gaan de overdracht van de auteursrechten, en de eventuele openbaarmaking van het Informatieproduct voor zover het betreft perceel 1, niet verder dan nodig om de hiervoor genoemde doelen van de Staat te realiseren. Daarbij is van belang dat de Staat de opdracht naar aanleiding van de gehouden marktconsultatie heeft aangepast, en thans nog uitsluitend de gegevens van de Sentinel satellieten, die een lagere resolutie hebben, op nationaal niveau wil laten verwerken, en de frequentie van de levering van de gegevens heeft gereduceerd tot zes maanden. Daarmee blijft ruimte over voor SkyGeo en andere marktpartijen om producten met een hogere resolutie en/of frequentie op de markt te brengen. In het licht daarvan heeft SkyGeo onvoldoende aannemelijk gemaakt dat haar marktpositie onevenredig zou worden aangetast als de Staat het Informatieproduct openbaar toegankelijk zou maken. Verder is in dit verband van belang dat op grond van artikel 24 van de ARVODI-voorwaarden uitsluitend de intellectuele eigendomsrechten op de
resultatenvan de opgedragen diensten - dus de rechten op de door de opdrachtnemer samengestelde dataset, en niet de rechten op de werkwijze waarmee deze dataset is verkregen - aan de Staat moeten worden overgedragen. De Staat zal dan ook uitsluitend die dataset (het Informatieproduct) openbaar kunnen maken, en niet de gebruikte methodiek. Dat heeft de Staat uitdrukkelijk bevestigd in de Nota van inlichtingen bij het antwoord op vraag 25 en ook in de gedingstukken (memorie van antwoord, 5.13 en 5.62). Dat door
reverse engineeringalsnog inzicht in die methodiek zou kunnen worden verkregen, heeft SkyGeo niet aannemelijk gemaakt en laat zich overigens in dit kort geding ook niet vaststellen.
9. Hier komt nog bij dat SkyGeo en andere inschrijvers de keuze hebben om al dan niet op de aanbesteding in te schrijven. Als zij inschrijven en vervolgens de opdracht gegund krijgen, ontvangen zij van de Staat een vergoeding voor de opgedragen werkzaamheden. Daar staat tegenover dat zij eventuele auteursrechten op de resultaten van hun werkzaamheden moeten afstaan. Als hen dat niet bevalt, kunnen zij er ook voor kiezen niet in te schrijven. SkyGeo heeft gesteld dat niet meedoen aan de aanbesteding geen reëel alternatief is, maar zij heeft die stelling tegenover de gemotiveerde betwisting door de Staat niet onderbouwd, zodat het hof aan deze stelling voorbijgaat.
10. De Staat handelt evenmin in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel of het vertrouwensbeginsel door artikel 24 van de ARVODI-voorwaarden op deze aanbesteding van toepassing te verklaren. Zoals gezegd heeft de Staat voorafgaand aan de aanbesteding een marktconsultatie gehouden, en naar aanleiding van de reacties van marktpartijen het ontwerp van de aanbesteding aangepast, zodat er meer ruimte blijft voor commerciële exploitatie van satellietdata. Tegen die achtergrond heeft SkyGeo onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de Staat onzorgvuldig heeft gehandeld, door geen rekening te houden met het risico van marktverstoring. In dat verband is tevens van belang dat, zoals de Staat onweersproken heeft gesteld, SkyGeo thans nog de enige marktpartij is die bezwaar maakt tegen toepassing van artikel 24 van de ARVODI-voorwaarden. Ook het beroep van SkyGeo op het vertrouwensbeginsel steunt op de niet onderbouwde stelling dat de Staat, door artikel 24 van de ARVODI-voorwaarden van toepassing te verklaren, de markt voor leveranciers van informatie over bodembewegingen heeft ondermijnd door dat artikel van toepassing te verklaren. Nu dat niet aannemelijk is geworden, heeft reeds daarom het beroep op het vertrouwensbeginsel geen succes.
11. Daarmee falen alle gronden voor het gestelde onrechtmatig handelen van de Staat. Nu het principaal appel wordt verworpen, hoeft op het voorwaardelijk incidenteel appel niet te worden beslist. In het principaal appel zal SkyGeo in de kosten worden veroordeeld. In het incidenteel appel wordt geen kostenveroordeling worden uitgesproken omdat het nodeloos is ingesteld.

Beslissing

Het hof:
- bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
- veroordeelt SkyGeo in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van de Staat tot heden begroot op € 741,- aan verschotten en € 3.222,- aan salaris advocaat, en bepaalt dat deze bedragen binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen;
- verklaart dit arrest wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
WAARVAN PROCES-VERBAAL.