Uitspraak
hij, in of omstreeks de periode van 29 december 2016 tot en met 12 mei 2017 te Alblasserdam, althans in Nederland, opzettelijk geld (in totaal ca. 86.568,68 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehoorde aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als boekhouder, elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij, in of omstreeks de periode van 11 december 2015 tot en met 19 augustus 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk geld (in totaal ca. 132.000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehoorde aan [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als medewerker financiële administratie/hoofd administratie, elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
1.hij,in of omstreeksde periode van 29 december 2016 tot en met 12 mei 2017 te Alblasserdam, althans in Nederland,opzettelijk geld (in totaal ca. 86.568,68 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele dat toebehoorde aan [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als boekhouder, elk geval anders dan door misdrijfonder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.hij,in of omstreeksde periode van 11 december 2015 tot en met 19 augustus 2016 te Rotterdam, althans in Nederland,opzettelijk geld (in totaal ca. 132.000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele dat toebehoorde aan [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,en welk goed verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking, te weten als medewerker financiële administratie/hoofd administratie, elk geval anders dan door misdrijfonder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) jaar.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.