ECLI:NL:GHDHA:2019:800
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing en toekomstperspectief van minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, was het niet eens met de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 27 november 2018, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing was verlengd tot 14 april 2019. De moeder stelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat aan het wettelijk criterium voor uithuisplaatsing was voldaan. Ze verzocht het hof om de machtiging te verlengen met de voorwaarde van een gefaseerde terugplaatsing of om de machtiging in duur te verkorten. De gecertificeerde instelling, Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, verweerde zich tegen deze verzoeken en vroeg het hof de eerdere beschikking te bekrachtigen.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder sinds de uithuisplaatsing van de minderjarigen aan zichzelf heeft gewerkt en positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Echter, de gecertificeerde instelling heeft aangegeven dat de minderjarigen in het verleden al veel schade hebben opgelopen en dat het in hun belang is om duidelijkheid te krijgen over hun toekomstperspectief. Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de rechtbank op juiste gronden heeft geoordeeld. De moeder heeft geen bezwaren geuit tegen de (termijn van de) machtiging tot uithuisplaatsing, en het hof oordeelt dat het niet in het belang van de minderjarigen is om vooruit te lopen op het onderzoek van de raad naar een gezagsbeëindigende maatregel.
Daarnaast heeft het hof ook het verzoek van de moeder tot vervallenverklaring van de schriftelijke aanwijzing afgewezen. Het hof oordeelde dat de huidige zorgregeling, in combinatie met de zorg voor een derde minderjarige, veel van de moeder vergt en dat uitbreiding van de omgangsregeling niet in het belang van de minderjarigen is. De beslissing van het hof was om de bestreden beschikking te bekrachtigen en het in hoger beroep meer of anders verzochte af te wijzen.