Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 26 maart 2019
Het verloop van het geding
De beoordeling van het hoger beroep
Bestreden vonnis
Vordering appellante
Grieven
€ 20.000,- verhoogd. In zijn inleidende dagvaarding – randnummer 15 – heeft hij gesteld dat hij het bedrag van € 20.000,- heeft opgenomen om de termijnen van de hypotheek te voldoen alsook om verbouwingen van de keuken en de badkamer te financieren. Vast staat dat geïntimeerde toentertijd in de woning woonde. Indien de verhoging van de lening daadwerkelijk voor de gemeenschappelijke woning noodzakelijk was, had het op de weg van geïntimeerde gelegen appellante hierover vooraf te informeren alsmede haar instemming daarvoor te vragen. Nu hij dat niet heeft gedaan en eveneens onduidelijk is waaraan hij het geld heeft besteed, komt de extra lening volledig ten laste van de man. Grief VI van appellante treft dus doel, hetgeen impliceert dat haar vordering jegens geïntimeerde van € 10.000,- voor toewijzing gereed ligt. Grieven I tot en met III behoeven daarom geen (nadere) bespreking meer.
Proceskosten
Beslissing
- appellante is veroordeeld om aan geïntimeerde te betalen een bedrag van € 750,- zijnde de helft van de door geïntimeerde betaalde premies van de levensverzekeringen bij Nationale Nederlanden met polisnummers [volgt nummers] ;
- de vordering van appellante van € 10.000,- jegens geïntimeerde is afgewezen;
- wijst de vordering van geïntimeerde op appellante van € 750,- alsnog af;
- veroordeelt geïntimeerde om binnen een maand na datum van dit arrest tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan appellante te betalen de somma van