ECLI:NL:GHDHA:2019:650
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens gebrek aan betekening aan de verdachte
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 21 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Roemenië in 1987 en thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was niet verschenen ter terechtzitting in hoger beroep. De zaak betreft de geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet aan het adres van de verdachte is betekend, ondanks dat er een feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland bekend was. Dit adres was eerder door de verdachte opgegeven tijdens de eerste aanleg. Het hof concludeert dat de dagvaarding nietig moet worden verklaard, omdat de verdachte niet op de hoogte was van de zitting en er geen omstandigheden zijn die erop wijzen dat hij voorafgaand aan de zitting op de hoogte was van de dagvaarding. De beslissing van het hof is dat de dagvaarding in hoger beroep nietig wordt verklaard.