2.4.Het gaat in deze zaak om het volgende:
a. [geïntimeerde] is sedert 1999 appartementseigenaar van de woning. Zij is van rechtswege lid van de VVE.
b. De bank heeft een recht van eerste hypotheek op de woning.
c. Vanaf 2016 is bij [geïntimeerde] achterstand ontstaan in de betaling van de bijdrage aan de VVE.
d. Op 17 februari 2017 heeft de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam [geïntimeerde] (samengevat) veroordeeld tot betaling aan de VVE van € 991,41 met rente en tot voldoening aan de VVE van de toekomstige bijdragen, zodra opeisbaar, ten bedrage van € 257,13 per drie maanden, die vervallen in de periode vanaf 1 januari 2017, waarbij de kantonrechter verstaat dat [geïntimeerde] niet meer dan € 25.000,--, aan de VVE verschuldigd is; met proceskosten.
e. Bij exploot van 7 maart 2017 is het vonnis van 17 februari 2017 aan [geïntimeerde] betekend.
f. De VVE heeft op 13 maart 2017 ten laste van [geïntimeerde] executoriaal beslag gelegd op de woning voor de vordering betreffende de betalingsachterstand. Op 20 maart 2017 heeft de VVE het beslag doen betekenen aan de bank.
g. Bij exploot van 1 mei 2017 heeft de bank [geïntimeerde] aangezegd dat zij in verzuim is met de behoorlijke voldoening van hetgeen waarvoor de hypotheek tot waarborg strekt en dat de bank de executie van de VVE heeft overgenomen.
h. Bij beschikking van 29 september 2017 heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de bank uiterlijk op 31 december 2017 tot verkoop of tot indiening van een verzoek tot onderhandse verkoop moet overgaan, met bepaling dat de VVE bij overschrijding van de gestelde termijn de executoriale verkoop mag voortzetten in haar hoedanigheid van beslaglegger.
i. Bij aangetekende brief van 14 november 2017 heeft de bank aan [geïntimeerde] de hypothecaire geldlening opgezegd (de betalingsachterstand was toen € 685,52) en [geïntimeerde] meegedeeld dat de hypotheekschuld direct opeisbaar was en dat, indien deze niet binnen zeven dagen zou zijn betaald, de woning executoriaal zou worden verkocht. De totale schuld bedroeg toen (inclusief de betalingsachterstand) € 64.214,75, te vermeerderen met boete vervroegde aflossing.
j. De bank heeft de executoriale verkoop vervolgens gepland op 21 februari 2018. De VVE heeft de executie na 31 december 2017 niet overgenomen.