Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
spreekt de verdachtedaarvan
vrij.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf voor poging tot doodslag, maar ging in beroep. De zaak betreft een incident op 1 juni 2018 te Rotterdam, waarbij de aangever, [aangever], en de verdachte in een worsteling verwikkeld raakten. Tijdens deze worsteling heeft de aangever de verdachte met een mes in de hals gestoken, waarna de verdachte geprobeerd heeft het mes van de aangever af te pakken. De aangever liep hierbij verwondingen op, waaronder aan de rug, maar het hof kon de aard en ernst van deze verwondingen niet vaststellen zonder medische informatie. Het hof oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de verdachte opzet had op de dood of het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de aangever. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van de tenlastelegging. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en gelastte de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van € 605,- aan de verdachte.