ECLI:NL:GHDHA:2019:476

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
14 februari 2019
Publicatiedatum
7 maart 2019
Zaaknummer
22-000704-18
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mensensmokkel en hulp bij illegaal verblijf in Nederland

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die eerder door de rechtbank Rotterdam was vrijgesproken van mensensmokkel. De verdachte, geboren in Irak in 1979, werd beschuldigd van het helpen van tien Vietnamese personen, waaronder minderjarigen, bij hun illegale verblijf in Nederland. De tenlastelegging omvatte zowel het organiseren van hun transport als het bieden van onderdak in zijn woning. De advocaat-generaal vorderde een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de voortgezette handeling van mensensmokkel en het helpen bij illegaal verblijf, maar sprak hem vrij van medeplegen. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 134 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis. Het hof benadrukte de ernst van de feiten en de maatschappelijke gevolgen van het handelen van de verdachte, maar hield rekening met zijn persoonlijke omstandigheden en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000704-18
Parketnummer: 10-750161-17
Datum uitspraak: 14 februari 2019
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 7 februari 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Irak) op [geboortejaar] 1979,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 31 januari 2019.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
primair:
hij in of omstreeks de periode van 19 april tot en met 25 april 2017 te 's-Gravenhage en/of Rotterdam en/of Leidschendam-Voorburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, 10 (tien) personen onder wie 5 (vijf) minderjarige(n), in elk geval één of meer perso(o)n(en) met de Vietnamese nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door, en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die perso(o)n(en) met de Vietnamese nationaliteit (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte, tezamen en in vereniging met één of meer van zijn mededaders, althans alleen,
  • contact onderhouden met en/of instructies gegeven aan / gekregen van één of meer mededader(s) betreffende het vervoer en/of verblijf van bovengenoemde perso(o)n(en), en/of
  • bovengenoemde perso(o)n(en) vervoerd / laten vervoeren van Frankrijk / België naar Nederland en/of door Nederland, en/of
  • bovengenoemde perso(o)n(en) onderdak geboden, en/of
  • georganiseerd/laten organiseren dat een koelwagen en/of chauffeur beschikbaar waren om fruit te laden en (vervolgens) bovengenoemde perso(o)n(en) te vervoeren, en/of
  • bovengenoemde perso(o)n(en) vervoerd/laten vervoeren naar de locatie waar fruit in een koelwagen geladen zou worden,
(aldus) het verblijf in Nederland en/of het transport en de doorreis door Nederland en/of België en/of Frankrijk van die genoemde perso(o)n(en) georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd,
terwijl als gevolg hiervan levensgevaar voor een ander, te weten voornoemde 10 (tien), althans één of meer perso(o)n(en) met de Vietnamese nationaliteit, te duchten was;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] en/of (een) ander( en) in of omstreeks de periode van 19 april tot en met 25 april 2017 te 's-Gravenhage en/of Rotterdam en/of Leidschendam-Voorburg, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
10 ( tien) personen onder wie 5 (vijf) minderjarige(n), in elk geval één of meer perso( o )n( en) met de Vietnamese nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door en/ of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
of genoemde personen (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaft,
terwijl hij, [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was,
immers hebben die [medeverdachte] en/of (een) ander(en) tezamen en in vereniging, althans alleen,
  • contact onderhouden met en/of instructies gegeven aan/ gekregen van één of meer mededader(s) betreffende het vervoer en/ of verblijf van bovengenoemde perso(o)n(en), en/of
  • bovengenoemde perso(o)n(en) vervoerd/laten vervoeren van Frankrijk/België naar Nederland en/of door Nederland, en/of
  • bovengenoemde perso(o)n(en) onderdak geboden, en/of
  • georganiseerd/laten organiseren dat een koelwagen en/ of chauffeur beschikbaar waren om fruit te laden en (vervolgens) bovengenoemde perso(o)n(en) te vervoeren, en/of
  • bovengenoemde perso(o)n(en) vervoerd/laten vervoeren naar de locatie waar fruit in een koelwagen geladen zou worden, en
(aldus) het verblijf in Nederland en/of het transport en/of de doorreis door Nederland en/of België en/of Frankrijk van die genoemde perso( o )n( en) georganiseerd en/ of gecoördineerd en/ of gefaciliteerd,
terwijl als gevolg hiervan levensgevaar voor een ander, te weten voornoemde 10 (tien), althans één of meer perso(o)n(en) met de Vietnamese nationaliteit, te duchten was,
tot en/of bij welk feit hij, verdachte, op of omstreeks 19 april 2017 tot en met 25 april 2017 te 's-Gravenhage en/of Rotterdam en/of Leidschendam-Voorburg, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/ of inlichtingen heeft verschaft,
immers heeft hij, verdachte samen met (een)(of meer) ander(en), althans alleen,
  • contact onderhouden met en/of instructies gegeven aan/gekregen van één of meer mededader( s) betreffende het vervoer en/ of verblijf van bovengenoemde perso(o)n(en) met de Vietnamese nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst, en/of
  • (enkelen van) bovengenoemde personen met de Vietnamese nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst, vervoerd door Nederland, en/ of
  • (enkelen van) bovengenoemde personen met de Vietnamese nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst, onderdak geboden.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Partiële vrijspraak ten aanzien van het primair ten laste gelegde medeplegen
De raadsvrouw heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep – overeenkomstig haar overgelegde pleitnotities – onder meer op het standpunt gesteld dat de verdachte van het primair ten laste gelegde medeplegen dient te worden vrijgesproken. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de bijdrage van de verdachte aan het primair ten laste gelegde van onvoldoende gewicht is geweest om op basis daarvan te concluderen dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Op basis van de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep is het hof van oordeel dat sprake is geweest van enige vorm van samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte]. Die samenwerking was echter niet een zodanige nauwe en bewuste samenwerking dat van medeplegen kan worden gesproken. De verdachte zal dan ook van het ten laste gelegde bestanddeel ‘tezamen en in vereniging met anderen’ worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in
of omstreeksde periode van 19 april tot en met 25 april 2017 te 's-Gravenhage en
/ofRotterdam en
/ofLeidschendam-Voorburg,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, 10 (tien)personen
onder wie 5 (vijf) minderjarige(n), in elk geval één of meer perso(o)n(en)met de Vietnamese nationaliteit,
althans van buitenlandse afkomst,
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van
toegang tot ofdoorreis door, en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland
,en/of een andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die perso(o)n(en) met de Vietnamese nationaliteit (telkens) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft/hebben verschaftterwijl hij, verdachte
en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) ofernstige redenen had
(den)te vermoeden dat
die toegang ofdie doorreis en
/ofdat verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft hij, verdachte,
tezamen en in vereniging met één of meer van zijn mededaders, althans alleen,
  • contact onderhouden met en
  • bovengenoemdebovenbedoeldeperso
    (o)n
    (en
    )vervoerd
    / laten vervoeren van Frankrijk / België naar Nederland en/ofdoor Nederland, en
    /of
  • bovengenoemdebovenbedoeldeperso
    (o)n
    (en
    )onderdak geboden, en
    /of
  • georganiseerd/laten organiseren dat een koelwagen en/of chauffeur beschikbaar waren om fruit te laden en (vervolgens) bovengenoemde perso(o)n(en) te vervoeren, en/of
  • bovengenoemde perso(o)n(en) vervoerd/laten vervoeren naar de locatie waar fruit in een koelwagen geladen zou worden,
(aldus) het verblijf in Nederland en/of
het transport ende doorreis door Nederland
en/of België en/of Frankrijkvan die
genoemdebovenbedoeldeperso
(o)n
(en
) georganiseerd en/of gecoördineerd en/ofgefaciliteerd
,
terwijl als gevolg hiervan levensgevaar voor een ander, te weten voornoemde 10 (tien), althans één of meer perso(o)n(en) met de Vietnamese nationaliteit, te duchten was.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het primair bewezen verklaarde levert op:

de voortgezette handeling van:

mensensmokkel, meermalen gepleegd

en

een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk is, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel door personen met de Vietnamese nationaliteit, die illegaal in Nederland verbleven, in zijn auto in Nederland te vervoeren en daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van illegaal verblijf in Nederland, door tien – illegaal in Nederland verblijvende - personen met de Vietnamese nationaliteit, waaronder de personen die hij eerder in zijn auto had vervoerd, tegen betaling onderdak in zijn eigen woning te bieden.
Verdachtes handelen doorkruist het overheidsbeleid aangaande bestrijding van wederrechtelijke doorreis door en illegaal verblijf in Nederland en draagt bij aan het in stand houden van een illegaal circuit dat allerhande maatschappelijke ongewenste effecten met zich brengt.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 15 januari 2019, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Gelet op de ernst van het feit is het hof van oordeel dat niet anders gereageerd kan worden dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Wel zal het hof – onder meer gelet op de rol die de verdachte in het geheel heeft gehad - het grootste gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen waarbij het hof het niet opportuun acht dat de verdachte opnieuw gedetineerd wordt. Dit moet de verdachte er bovendien van weerhouden in de toekomst opnieuw een (soortgelijk) strafbaar feit te plegen. Daarnaast zal het hof aan de verdachte een taakstraf voor de maximale duur opleggen.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur alsmede een geheel onvoorwaardelijke taakstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 56, 57 en 197a van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
134 (honderdvierendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door mr. M.I. Veldt-Foglia,
mr. G. Knobbout en mr. J.M. van de Poll, in bijzijn van de griffier mr. M.V. Lievers-Roza.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 14 februari 2019.